Dutch
Detailed Translations for kwiteren from Dutch to French
kwiteren:
-
kwiteren (voor ontvangst tekenen)
quittancer; signer pour acquit-
quittancer verbe (quittance, quittances, quittançons, quittancez, quittancent, quittançais, quittançait, quittancions, quittanciez, quittançaient, quittançai, quittanças, quittança, quittançâmes, quittançâtes, quittancèrent, quittancerai, quittanceras, quittancera, quittancerons, quittancerez, quittanceront)
-
signer pour acquit verbe
-
Conjugations for kwiteren:
o.t.t.
- kwiteer
- kwiteert
- kwiteert
- kwiteren
- kwiteren
- kwiteren
o.v.t.
- kwiteerde
- kwiteerde
- kwiteerde
- kwiteerden
- kwiteerden
- kwiteerden
v.t.t.
- heb gekwiteerd
- hebt gekwiteerd
- heeft gekwiteerd
- hebben gekwiteerd
- hebben gekwiteerd
- hebben gekwiteerd
v.v.t.
- had gekwiteerd
- had gekwiteerd
- had gekwiteerd
- hadden gekwiteerd
- hadden gekwiteerd
- hadden gekwiteerd
o.t.t.t.
- zal kwiteren
- zult kwiteren
- zal kwiteren
- zullen kwiteren
- zullen kwiteren
- zullen kwiteren
o.v.t.t.
- zou kwiteren
- zou kwiteren
- zou kwiteren
- zouden kwiteren
- zouden kwiteren
- zouden kwiteren
diversen
- kwiteer!
- kwiteert!
- gekwiteerd
- kwiterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kwiteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
quittancer | kwiteren; voor ontvangst tekenen | |
signer pour acquit | kwiteren; voor ontvangst tekenen |