Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. leegloop:
  2. leeglopen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for leegloop from Dutch to French

leegloop:

leegloop [de ~ (m)] nom

  1. de leegloop (exodus)
    le dépeuplement; l'exode

Translation Matrix for leegloop:

NounRelated TranslationsOther Translations
dépeuplement exodus; leegloop
exode exodus; leegloop exodus; uittocht

Related Words for "leegloop":


leeglopen:

leeglopen verbe (loop leeg, loopt leeg, liep leeg, liepen leeg, leeggelopen)

  1. leeglopen (vrijlopen)
    flâner; fainéanter; être libre
    • flâner verbe (flâne, flânes, flânons, flânez, )
    • fainéanter verbe (fainéante, fainéantes, fainéantons, fainéantez, )
    • être libre verbe

Conjugations for leeglopen:

o.t.t.
  1. loop leeg
  2. loopt leeg
  3. loopt leeg
  4. lopen leeg
  5. lopen leeg
  6. lopen leeg
o.v.t.
  1. liep leeg
  2. liep leeg
  3. liep leeg
  4. liepen leeg
  5. liepen leeg
  6. liepen leeg
v.t.t.
  1. ben leeggelopen
  2. bent leeggelopen
  3. is leeggelopen
  4. zijn leeggelopen
  5. zijn leeggelopen
  6. zijn leeggelopen
v.v.t.
  1. was leeggelopen
  2. was leeggelopen
  3. was leeggelopen
  4. waren leeggelopen
  5. waren leeggelopen
  6. waren leeggelopen
o.t.t.t.
  1. zal leeglopen
  2. zult leeglopen
  3. zal leeglopen
  4. zullen leeglopen
  5. zullen leeglopen
  6. zullen leeglopen
o.v.t.t.
  1. zou leeglopen
  2. zou leeglopen
  3. zou leeglopen
  4. zouden leeglopen
  5. zouden leeglopen
  6. zouden leeglopen
diversen
  1. loop leeg!
  2. loopt leeg!
  3. leeggelopen
  4. leeglopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for leeglopen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
fainéanter leeglopen; vrijlopen dralen; drentelen; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; talmen; teuten; treuzelen
flâner leeglopen; vrijlopen banjeren; drentelen; flaneren; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondwandelen; sjokken; slenteren; verdwaald zijn; voortsukkelen
être libre leeglopen; vrijlopen openstaan

Related Words for "leeglopen":


Wiktionary Translations for leeglopen:

leeglopen
verb
  1. geleidelijk zijn inhoud verliezen
leeglopen
verb
  1. Cesser d’être gonflé

Cross Translation:
FromToVia
leeglopen drainer drain — To lose liquid