Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. leegzuigen:


Dutch

Detailed Translations for leegzuigen from Dutch to French

leegzuigen:

leegzuigen verbe (zuig leeg, zuigt leeg, zoog leeg, zogen leeg, leeggezogen)

  1. leegzuigen (uitzuigen)
    sucer
    • sucer verbe (suce, suces, suçons, sucez, )

Conjugations for leegzuigen:

o.t.t.
  1. zuig leeg
  2. zuigt leeg
  3. zuigt leeg
  4. zuigen leeg
  5. zuigen leeg
  6. zuigen leeg
o.v.t.
  1. zoog leeg
  2. zoog leeg
  3. zoog leeg
  4. zogen leeg
  5. zogen leeg
  6. zogen leeg
v.t.t.
  1. heb leeggezogen
  2. hebt leeggezogen
  3. heeft leeggezogen
  4. hebben leeggezogen
  5. hebben leeggezogen
  6. hebben leeggezogen
v.v.t.
  1. had leeggezogen
  2. had leeggezogen
  3. had leeggezogen
  4. hadden leeggezogen
  5. hadden leeggezogen
  6. hadden leeggezogen
o.t.t.t.
  1. zal leegzuigen
  2. zult leegzuigen
  3. zal leegzuigen
  4. zullen leegzuigen
  5. zullen leegzuigen
  6. zullen leegzuigen
o.v.t.t.
  1. zou leegzuigen
  2. zou leegzuigen
  3. zou leegzuigen
  4. zouden leegzuigen
  5. zouden leegzuigen
  6. zouden leegzuigen
en verder
  1. ben leeggezogen
  2. bent leeggezogen
  3. is leeggezogen
  4. zijn leeggezogen
  5. zijn leeggezogen
  6. zijn leeggezogen
diversen
  1. zuig leeg!
  2. zuigt leeg!
  3. leeggezogen
  4. leegzuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for leegzuigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
sucer leegzuigen; uitzuigen afzuigen; fellatio doen; kluiven; knauwen; lurken; pijpen; sabbelen; slurpen; zuigen