Dutch

Detailed Translations for liefheid from Dutch to French

liefheid:

liefheid [de ~ (v)] nom

  1. de liefheid (zoetheid)
    la douceur; la gentillesse; l'amabilité

Translation Matrix for liefheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
amabilité liefheid; zoetheid aardigheid; gastvrijheid; goedaardigheid; gunstige gezindheid; hartelijkheid; lieflijkheid; lieftalligheid; vriendelijkheid; vriendschappelijkheid; welwillendheid
douceur liefheid; zoetheid clementie; compassie; gevoeligheid; goedertierenheid; hartelijkheid; innigheid; liefkozing; lieflijkheid; lieftalligheid; mildheid; tederheid; toegevendheid; weekheid; welwillendheid; zachtaardigheid; zachtheid
gentillesse liefheid; zoetheid aardigheid; cadeau; galanterie; gastvrijheid; geschenk; goedaardigheid; hartelijkheid; hoffelijkheid; kado; lieflijkheid; lieftalligheid; present; presentje; verjaardagscadeau; wellevendheid

Related Words for "liefheid":


Wiktionary Translations for liefheid:


liefheid form of lief:

lief adj

  1. lief (geliefd; dierbaar; toegenegen; bemind)
  2. lief (bevallig)
  3. lief (beminnelijk)
  4. lief (schattig; snoezig; dottig; )
  5. lief (braaf; zoet; voorbeeldig; deugdzaam)
  6. lief (sympathiek; aardig; leuk)
  7. lief (engelachtig)

Translation Matrix for lief:

NounRelated TranslationsOther Translations
bien activa; bezit; bezittingen; eigendom; goederen; have
chouette domkop; dommerik; domoor; mot; steenuil; stommeling; sufferd; sufferdje; uilskuiken; woletend insekt
chéri beminde; dot; duifje; geliefd persoon; hartje; kindlief; liefje; liefste; lieve; oogappel; poepje; schat; schatje; schattebout; schattig kind; scheetje; snoes; troetelkind; troeteltje
exemplaire exemplaar; model; monster; proefje; proeve; specimen; staal; staaltje
favori favoriet; geliefde personen; geprefereerde; gunsteling; gunstelinge; hartekind; kanshebber; lieveling; oogappels; troetelkind; troeteltje; uitverkorene; verkozene
mignonne lieveling; lieverd; schatje; snoepje; snoes
sage denker; filosoof; wijsgeer
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- aardig; braaf; gehoorzaam; zoet
ModifierRelated TranslationsOther Translations
accueillant aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; prettig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
adorable allerliefst; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; vertederend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; dierbare; geliefde; knap; lieflijk; lieftallig; mooi; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
affectionné bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
affectueux bemind; bevallig; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen aanhankelijk; hartelijk; liefhebbend; minnelijk; vriendelijk
aimable aardig; allerliefst; beminnelijk; dottig; enig; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; vertederend aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; alleraardigst; allerliefst; amicaal; attent; attractief; bedaard; behaaglijk; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; fijn; gelijkmoedig; geschikt; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kameraadschappelijk; knap; lekker; leuk; minnelijk; mooi; op een aardige manier; plezant; plezierig; prettig; rustig; schattig; snoeperig; snoezig; tof; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
aimablement aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; aardig; amicaal; attent; behaaglijk; behulpzaam; bevallig; charmant; fijn; geschikt; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kameraadschappelijk; leuk; minnelijk; op een aardige manier; plezant; plezierig; prettig; tof; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
aimé bevallig; lief begeerd; beminde; geliefd; gevierd; gewild; gezocht; populair; veelgevraagd
amical aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; collegiaal; gelijkmoedig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kameraadschappelijk; minnelijk; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
amicalement aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bevallig; charmant; gelijkmoedig; goedaardig; goedhartig; hartelijk; hulpvaardig; kalm; kameraadschappelijk; minnelijk; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig
amusant aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; amusant; behaaglijk; fijn; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; lekker; leuk; leuke; lollig; olijk; onderhoudend; plezant; plezierig; prettig; uiig; vermakelijk
angélique engelachtig; lief hemels; tot de hemel behorend
attendrissant allerliefst; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; vertederend
avec affection bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen
avec honnêteté braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet braafjes
avenant bevallig; lief aangenaam; aanspreekbaar; benaderbaar; charmant; fijn; genaakbaar; genegenheid opwekkend; innemend; lekker; minzaam; open; prettig; toegankelijk; toeschietelijk
bien aardig; braaf; deugdzaam; leuk; lief; sympathiek; voorbeeldig; zoet aanlokkelijk; akkoord; behoorlijk; behoorlijke; bevallig; erg; gekuist; gereinigd; heerlijk; hemels; in hoge mate; in orde; knap; kostelijk; lekker; mee eens; mooi; netjes; overheerlijk; reuzelekker; schoon; smakelijk; verlokkend; verreweg; verrukkelijk; welgemaakt; zalig; zuiver
bien aimé bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen veelbemind
charmant allerliefst; bevallig; dottig; enig; lief; schattig; snoezig; vertederend aanbiddelijk; aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; attent; attractief; begeerenswaardig; behaaglijk; behulpzaam; bekoorlijk; bevallig; charmant; elegant; fijn; genegenheid opwekkend; goedaardig; goedhartig; gracieus; hulpvaardig; innemend; knap; leuk; lieflijk; lieftallig; minzaam; mooi; oogstrelend; plezant; plezierig; prettig; schattig; sierlijk; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
cher aardig; allerliefst; bemind; beminnelijk; bevallig; dierbaar; dottig; enig; geliefd; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; toegenegen; vertederend beste; dierbaar; dierbare; duur; favoriete; geachte; geliefde; geselecteerd; gevierd; hooggeprijsd; kostbaar; lieve; lievelings; populair; prijzig; toegenegen; verkoren; waardevol; zeer geachte
chouette aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; behaaglijk; bevallig; dolletjes; enig; fijn; geestig; geinig; grappig; jofel; knap; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; mooi; plezant; plezierig; prettig; reuzeleuk; schoon; welgemaakt
chère aardig; allerliefst; bemind; beminnelijk; dierbaar; dottig; enig; geliefd; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; toegenegen; vertederend beste; dierbare; duur; geachte; geliefde; hooggeprijsd; kostbaar; lieve
chéri aardig; allerliefst; bemind; beminnelijk; dierbaar; dottig; enig; geliefd; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; toegenegen; vertederend beminde; dierbaar; dierbare; favoriete; geliefd; geliefde; geselecteerd; gevierd; lievelings; populair; toegenegen; verkoren
céleste engelachtig; lief goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
d'une façon angélique engelachtig; lief
divin engelachtig; lief goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
divinement engelachtig; lief goddelijk; heerlijk; hemels; kostelijk; lekker; overheerlijk; paradijselijk; reuzelekker; smakelijk; tot de hemel behorend; verrukkelijk; zalig
doux bevallig; lief bezadigd; bijzonder aangenaam; clement; genadig; gezapig; goedhartig; mak; mild; sloom; vergevingsgezind; verzoenend; welwillend; zacht; zacht aanvoelend; zachtaardig; zoet; zoetsmakend
drôle aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; apart; behaaglijk; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; eigenaardig; excentriek; fijn; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; humoristische; jofel; kluchtig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; leuke; lollig; merkwaardig; olijk; ongewoon; plezant; plezierig; potsierlijk; prettig; typisch; uiig; uitheems; vreemd; vreemdsoortig; zonderling
dévoué à bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen dierbaar; favoriete; geselecteerd; lievelings; toegenegen; verkoren
en vogue bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen begeerd; begerenswaardig; getapt; gevierd; gewild; gezocht; in de mode; populair; veelgevraagd
exemplaire braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet modelmatig; stichtelijk; verheffend; voorbeeldig
favori bemind; dierbaar; geliefd; lief; toegenegen begeerd; dierbaar; favoriet; favoriete; geselecteerd; gewild; gezocht; het meest gewild; lievelings; preferent; toegenegen; veelgevraagd; verkoren
gai aardig; leuk; lief; sympathiek bezet; blij; blijgeestig; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; fideel; fleurig; geestig; geinig; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; grappig; jolig; kleurig; koddig; komiek; komisch; kwiek; lachwekkend; leuk; levendig; levenslustig; lollig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; speels; tierig; uitgelaten; verblijd; verheugd; vrolijk; wakker; welgemoed; welgestemd; zonnig
gentil aardig; allerliefst; bevallig; dottig; enig; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; vertederend aangenaam; aardig; amicaal; attent; bedaard; behulpzaam; bevallig; bijzonder aangenaam; charmant; gelijkmoedig; geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; mild; onbewogen; op een aardige manier; plezierig; prettig; rustig; sereen; tof; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
gentille aardig; allerliefst; dottig; enig; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; vertederend
gentiment aardig; leuk; lief; sympathiek aangenaam; aardig; amicaal; attent; behulpzaam; bevallig; charmant; geschikt; goedaardig; goedhartig; goedig; goedmoedig; goeiig; hulpvaardig; kameraadschappelijk; mild; op een aardige manier; plezierig; prettig; tof; voorkomend; vriendelijk; vriendelijke; vriendschappelijk; zachtaardig; zachtmoedig; zachtzinnig
gracieux bevallig; lief aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; alleraardigst; allerliefst; attractief; barmhartig; bedaard; bekoorlijk; bevallig; charmant; chic; elegant; esthetisch; gelijkmoedig; genaderijk; geraffineerd; gracieus; kalm; knap; lieftallig; modieuze verfijning; mooi; rustig; schattig; sierlijk; smaakvol; snoeperig; snoezig; stijlvol; verfijnd; vergevend
honnête braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; braaf; cru; decent; degelijk; deugdelijk; echt; eerbaar; eerlijk; fair; fatsoenlijk; fideel; gedegen; geschikt; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; kuis; manierlijk; menens; netjes; ongeveinsd; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; plezierig; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; tof; trouwhartig; van goede hoedanigheid; voorkomend; vriendelijk; welvoeglijk; zachtaardig; zedig
intègre braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet braaf; cru; echt; eerlijk; fideel; integer; menens; onbedorven; onbesproken; onbevlekt; ongeveinsd; onkreukbaar; onomwonden; onschuldig; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtgeaard; rechtschapen; rechttoe rechtaan; rechtvaardig; rein; rondborstig; ronduit; trouwhartig; vlekkeloos
joli aardig; allerliefst; dottig; enig; leuk; lief; schattig; snoezig; sympathiek; vertederend aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig

Related Words for "lief":


Synonyms for "lief":


Antonyms for "lief":


Related Definitions for "lief":

  1. plezierig om te zien1
    • wat een lief huisje!1
  2. wie zich goed gedraagt, wie doet wat ik zeg1
    • de kinderen waren erg lief vandaag1
  3. waar je op gesteld bent1
    • lieve moeder1
  4. aardig en vriendelijk voor anderen1
    • we hebben een lief dochtertje1
  5. persoon van wie je houdt1
    • mijn lief heeft mij verlaten1

Wiktionary Translations for lief:

lief
adjective
  1. vriendelijk, zachtaardig
  2. mooi, fijngebouwd
lief
Cross Translation:
FromToVia
lief chéri; bien-aimé beloved — loved
lief petit ami; copain; chum boyfriend — male partner in a romantic relationship.
lief mignon; joli; mignonne cute — having features mainly attributed to infants and small or cuddly animals
lief cher dear — loved; lovable
lief gentille; gentil kind — affectionate, nice
lief sympathique; sympa; doux sweet — having a pleasing disposition
lief charmant; gentil sweet — having a helpful disposition
lief tendre tender — fond, loving, gentle, sweet
lief aimable liebenswürdigfreundlich und zuvorkommend