Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. lussen:
  2. lus:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lussen from Dutch to French

lussen:

lussen [de ~] nom, pluriel

  1. de lussen
    la boucles; le noeuds

Translation Matrix for lussen:

NounRelated TranslationsOther Translations
boucles lussen krulhaar; krullen; krullenkapsel; krulletjes; loopings; ophanglussen; permanent
noeuds lussen knopen

Related Words for "lussen":


lus:

lus [de ~] nom

  1. de lus (lusvormige kromming; knoop; kink; draai; kronkel)
    la boucle

Translation Matrix for lus:

NounRelated TranslationsOther Translations
boucle draai; kink; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming buiging; gesp; haarkrul; haarlok; koppelgesp; kromming; krul; krullende haarlok; krulletje; krulvorm; lok; looping

Related Words for "lus":


Wiktionary Translations for lus:

lus
noun
  1. forme de ligne courbe
  2. À classer