Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. maniak:


Dutch

Detailed Translations for maniak from Dutch to French

maniak:

maniak [de ~ (m)] nom

  1. de maniak (freak)
    le freak; le maniaque; le sot
  2. de maniak (ijveraar; zeloot; scherpslijper)
    le maniaque; le fervent; le fana; le fanatique

Translation Matrix for maniak:

NounRelated TranslationsOther Translations
fana ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot dweper; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; zeloot
fanatique ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot aanhouder; doordrammer; dweper; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; ijveraar; zeloot
fervent ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot dweper; fanaat; zeloot
freak freak; maniak
maniaque freak; ijveraar; maniak; scherpslijper; zeloot dweper; fanaat; fanaticus; fanatiekeling; zeloot
sot freak; maniak achterlijke; dolleman; domkop; dommerik; domoor; domoren; druiloor; dwaas; geesteszieke; gek; gestoorde; hansworst; idioot; imbeciel; kalfskop; krankzinnige; kwast; kwibus; mafketel; nar; oen; onbenul; onnozelaar; onnozele; onnozele hals; onnozele kerel; rund; schaapskop; schapenkop; simpele ziel; stommeling; stommerd; stommerik; sufferd; sufferdje; sukkel; sul; uilskuiken; waanzinnige; zot
ModifierRelated TranslationsOther Translations
fanatique bezeten; bezetene; dweepziek; dweperig; fanatiek; fanatieke; gedreven; gemotiveerd; motivatie bezittend
fervent bezeten; bitter; bitter van smaak; brandend; dweepziek; dweperig; fanatiek; fel; fervent; fonkelend; gloeiend; hanig; heftig; hevig; onbeheerst; onstuimig; pinnig; scherp; snibbig; verhit; vinnig; vlijmend; vurig; warm
maniaque maniakaal; manisch
sot absurd; achterlijk; apart; belachelijk; bespottelijk; bijzonder; bizar; buitenissig; curieus; dwaas; eigenaardig; excentriek; geestelijk gestoord; geestesziek; gek; geschift; gestoord; getikt; grappig; hoorndol; humoristisch; idioot; idioterig; kierewiet; kluchtig; knots; koddig; komiek; komisch; krankjorum; krankzinnig; lachwekkend; leeghoofdig; leuk; maf; mal; merkwaardig; mesjogge; niet goed snik; onbenullig; onbezonnen; ongewoon; onnozel; onwijs; stupide; typisch; vreemd; waanzinnig; zonderling; zot

Related Words for "maniak":

  • maniakken