Dutch
Detailed Translations for minnekozen from Dutch to French
minnekozen:
-
minnekozen (vrijen; de liefde bedrijven; minnen; liefkozen; beminnen)
cajoler; câliner; faire l'amour-
cajoler verbe (cajole, cajoles, cajolons, cajolez, cajolent, cajolais, cajolait, cajolions, cajoliez, cajolaient, cajolai, cajolas, cajola, cajolâmes, cajolâtes, cajolèrent, cajolerai, cajoleras, cajolera, cajolerons, cajolerez, cajoleront)
-
câliner verbe (câline, câlines, câlinons, câlinez, câlinent, câlinais, câlinait, câlinions, câliniez, câlinaient, câlinai, câlinas, câlina, câlinâmes, câlinâtes, câlinèrent, câlinerai, câlineras, câlinera, câlinerons, câlinerez, câlineront)
-
faire l'amour verbe
-
Conjugations for minnekozen:
o.t.t.
- minnekoos
- minnekoost
- minnekoost
- minnekozen
- minnekozen
- minnekozen
o.v.t.
- minnekoosde
- minnekoosde
- minnekoosde
- minnekoosden
- minnekoosden
- minnekoosden
v.t.t.
- heb geminnekoosd
- hebt geminnekoosd
- heeft geminnekoosd
- hebben geminnekoosd
- hebben geminnekoosd
- hebben geminnekoosd
v.v.t.
- had geminnekoosd
- had geminnekoosd
- had geminnekoosd
- hadden geminnekoosd
- hadden geminnekoosd
- hadden geminnekoosd
o.t.t.t.
- zal minnekozen
- zult minnekozen
- zal minnekozen
- zullen minnekozen
- zullen minnekozen
- zullen minnekozen
o.v.t.t.
- zou minnekozen
- zou minnekozen
- zou minnekozen
- zouden minnekozen
- zouden minnekozen
- zouden minnekozen
en verder
- ben geminneloosd
- bent geminnekoosd
- is geminnekoosd
- zijn geminnekoosd
- zijn geminnekoosd
- zijn geminnekoosd
diversen
- minnekoos!
- minnekoost!
- geminnekoosd
- minnekozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for minnekozen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
cajoler | beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen | knuffelen; knuffen; kozen; liefkozen |
câliner | beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen | aaien; knuffelen; knuffen; kozen; kroelen; liefkozen; strelen |
faire l'amour | beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen | de liefde bedrijven; neuken; paren; sexuele gemeenschap hebben; vrijen |