Summary


Dutch

Detailed Translations for motorracen from Dutch to French

motorracen:

motorracen verbe

  1. motorracen (racen)
    faire de la course; faire de la vitesse; courir; foncer
    • courir verbe (cours, court, courons, courez, )
    • foncer verbe (fonce, fonces, fonçons, foncez, )

Translation Matrix for motorracen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
courir motorracen; racen azen; draven; galopperen; hard rennen; hardlopen; hardrijden; hollen; jachten; jakkeren; opjagen; pezen; prooizoeken; racen; rennen; reppen; snellen; spoeden; sprinten
faire de la course motorracen; racen draven; galopperen; hard rennen; hardlopen; hollen; pezen; rennen; sprinten
faire de la vitesse motorracen; racen jachten; jakkeren; reppen; spoeden
foncer motorracen; racen hardrijden; jachten; jakkeren; reppen; sjezen; snel gaan; spoeden

External Machine Translations: