Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nederigheid:
  2. nederig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nederigheid from Dutch to French

nederigheid:

nederigheid [de ~ (v)] nom

  1. de nederigheid (onderdanigheid; bescheidenheid; onderworpenheid)
    l'humilité; la docilité

Translation Matrix for nederigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
docilité bescheidenheid; nederigheid; onderdanigheid; onderworpenheid gehoorzaamheid; gewilligheid; makheid; onderwerping; tamheid
humilité bescheidenheid; nederigheid; onderdanigheid; onderworpenheid armzaligheid; deemoed; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; karigheid; ootmoed; poverheid; schamelheid; schraalheid; voorkomendheid

Related Words for "nederigheid":


Wiktionary Translations for nederigheid:

nederigheid
noun
  1. het aannemen van een houding waarbij geen aanspraak gemaakt wordt op macht of eer
nederigheid
Cross Translation:
FromToVia
nederigheid humilité humility — characteristic of being humble
nederigheid soumission; humilité DemutReligion: vor allem religiös geprägte Geisteshaltung, bei der sich der Mensch in Erkenntnis der eigenen Unvollkommenheit dem göttlichen Willen unterwirft

nederigheid form of nederig:


Translation Matrix for nederig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
discret bescheiden; nederig; onderdanig; ootmoedig bescheiden; discreet; discrete; ingetogen; kies; onopvallend; stemmig; stemmingsvol
humble bescheiden; eenvoudig; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; ootmoedig; van eenvoudige komaf armoedig; bescheiden; deemoedig; flodderig; gering; haveloos; knechts; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; onderdanig; onderworpen; pover; schamel; serviel; sjofel; sjofeltjes; slaafs; verlopen
humblement bescheiden; eenvoudig; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; ootmoedig; van eenvoudige komaf bescheiden; gering; knechts; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; onderdanig; onderworpen; serviel; slaafs
modeste bescheiden; eenvoudig; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; ootmoedig; van eenvoudige komaf bescheiden; discreet; discrete; eenvoudig; gering; ingetogen; kies; matig; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; pretentieloos; sober; stemmig
modestement bescheiden; eenvoudig; nederig; niet hoogmoedig; niet voornaam; onderdanig; ootmoedig; van eenvoudige komaf bescheiden; discreet; discrete; gering; ingetogen; kies; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend; stemmig
ordinaire bescheiden; eenvoudig; nederig; niet voornaam; van eenvoudige komaf alledaags; alledaagse; bedriegelijk; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gefingeerd; gemakkelijk; gemeen; gewoon; grof; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; licht; makkelijk; nagemaakt; natuurlijk; niet moeilijk; niets bijzonders; normaal; onecht; onedel; ongecompliceerd; ongekunsteld; onwaar; ordinair; plat; platvloers; simpel; vals; vulgair

Related Words for "nederig":

  • nederigheid, nederiger, nederigere, nederigst, nederigste, nederige

Wiktionary Translations for nederig:

nederig
adjective
  1. À trier suivant le sens