Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. nietsdoen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for nietsdoen from Dutch to French

nietsdoen:

nietsdoen verbe (doe niets, doet niets, deed niets, deden niets, niets gedaan)

  1. nietsdoen (lanterfanten; luieren; lummelen; niksen; rondhangen)
    fricoter; paresser; bricoler; flâner; déconner; traînasser; traîner; cochonner; fainéanter
    • fricoter verbe (fricote, fricotes, fricotons, fricotez, )
    • paresser verbe (paresse, paresses, paressons, paressez, )
    • bricoler verbe (bricole, bricoles, bricolons, bricolez, )
    • flâner verbe (flâne, flânes, flânons, flânez, )
    • déconner verbe (déconne, déconnes, déconnons, déconnez, )
    • traînasser verbe (traînasse, traînasses, traînassons, traînassez, )
    • traîner verbe (traîne, traînes, traînons, traînez, )
    • cochonner verbe (cochonne, cochonnes, cochonnons, cochonnez, )
    • fainéanter verbe (fainéante, fainéantes, fainéantons, fainéantez, )

Conjugations for nietsdoen:

o.t.t.
  1. doe niets
  2. doet niets
  3. doet niets
  4. doen niets
  5. doen niets
  6. doen niets
o.v.t.
  1. deed niets
  2. deed niets
  3. deed niets
  4. deden niets
  5. deden niets
  6. deden niets
v.t.t.
  1. heb niets gedaan
  2. hebt niets gedaan
  3. heeft niets gedaan
  4. hebben niets gedaan
  5. hebben niets gedaan
  6. hebben niets gedaan
v.v.t.
  1. had niets gedaan
  2. had niets gedaan
  3. had niets gedaan
  4. hadden niets gedaan
  5. hadden niets gedaan
  6. hadden niets gedaan
o.t.t.t.
  1. zal nietsdoen
  2. zult nietsdoen
  3. zal nietsdoen
  4. zullen nietsdoen
  5. zullen nietsdoen
  6. zullen nietsdoen
o.v.t.t.
  1. zou nietsdoen
  2. zou nietsdoen
  3. zou nietsdoen
  4. zouden nietsdoen
  5. zouden nietsdoen
  6. zouden nietsdoen
diversen
  1. doe niets!
  2. doet niets!
  3. niets gedaan
  4. nietsdoend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nietsdoen:

NounRelated TranslationsOther Translations
bricoler klussen
VerbRelated TranslationsOther Translations
bricoler lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanmodderen; aanrommelen; aanrotzooien; broddelen; dokteren; fröbelen; klusje opknappen; klussen; knoeien; knutselen; prutsen; rommelen; rotzooien; scharrelen; sleutelen
cochonner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanrommelen; aanrotzooien; haspelen; kladderen; kliederen; klodderen; knoeien; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip; tot een warboel maken; verwarren
déconner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanklooien; klooien; rotzooien
fainéanter lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen dralen; drentelen; leeglopen; talmen; teuten; treuzelen; vrijlopen
flâner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen banjeren; drentelen; flaneren; leeglopen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondwandelen; sjokken; slenteren; verdwaald zijn; voortsukkelen; vrijlopen
fricoter lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen sjoemelen
paresser lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen
traînasser lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; dubben; hannesen; niksen; rondhangen; rondlummelen; talmen; teuten; treuzelen; weifelen; zaniken; zeiken; zeuren
traîner lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen aanslepen; aarzelen; dralen; drentelen; dubben; flaneren; gebukt gaan onder; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondslingeren; rondwandelen; sjouwen; slenteren; slepen; sleuren; slingeren; talmen; teuten; torsen; trekken; treuzelen; verdwaald zijn; versjouwen; verslepen; voorttrekken; weifelen; zeulen

Wiktionary Translations for nietsdoen:

nietsdoen
noun
  1. disposition à ne rien faire.