Dutch
Detailed Translations for nivelleren from Dutch to French
nivelleren:
-
nivelleren (vlak maken; gelijkmaken)
niveler; égaliser; lisser-
niveler verbe (nivelle, nivelles, nivelons, nivelez, nivellent, nivelais, nivelait, nivelions, niveliez, nivelaient, nivelai, nivelas, nivela, nivelâmes, nivelâtes, nivelèrent, nivellerai, nivelleras, nivellera, nivellerons, nivellerez, nivelleront)
-
égaliser verbe (égalise, égalises, égalisons, égalisez, égalisent, égalisais, égalisait, égalisions, égalisiez, égalisaient, égalisai, égalisas, égalisa, égalisâmes, égalisâtes, égalisèrent, égaliserai, égaliseras, égalisera, égaliserons, égaliserez, égaliseront)
-
lisser verbe (lisse, lisses, lissons, lissez, lissent, lissais, lissait, lissions, lissiez, lissaient, lissai, lissas, lissa, lissâmes, lissâtes, lissèrent, lisserai, lisseras, lissera, lisserons, lisserez, lisseront)
-
Conjugations for nivelleren:
o.t.t.
- nivelleer
- nivelleert
- nivelleert
- nivelleren
- nivelleren
- nivelleren
o.v.t.
- nivelleerde
- nivelleerde
- nivelleerde
- nivelleerden
- nivelleerden
- nivelleerden
v.t.t.
- heb genivelleerd
- hebt genivelleerd
- heeft genivelleerd
- hebben genivelleerd
- hebben genivelleerd
- hebben genivelleerd
v.v.t.
- had genivelleerd
- had genivelleerd
- had genivelleerd
- hadden genivelleerd
- hadden genivelleerd
- hadden genivelleerd
o.t.t.t.
- zal nivelleren
- zult nivelleren
- zal nivelleren
- zullen nivelleren
- zullen nivelleren
- zullen nivelleren
o.v.t.t.
- zou nivelleren
- zou nivelleren
- zou nivelleren
- zouden nivelleren
- zouden nivelleren
- zouden nivelleren
en verder
- is genivelleerd
- zijn genivelleerd
diversen
- nivelleer!
- nivelleert!
- genivelleerd
- nivellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
nivelleren (gelijkmaken)
Translation Matrix for nivelleren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
nivelation | gelijkmaken; nivelleren | |
nivellement | gelijkmaken; nivelleren | equatie; gelijkmaking; nivellering; vereffening |
égalisation | gelijkmaken; nivelleren | afstelling; afstemmen; afstemming; equatie; gelijkmaking; gelijkschakeling; gelijkstelling; synchronisatie; vereffening |
égaliser | vlak maken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
lisser | gelijkmaken; nivelleren; vlak maken | afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; glanzig verven; platmaken; satineren |
niveler | gelijkmaken; nivelleren; vlak maken | afstompen; assimileren; betalen; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; vereffenen; vervlakken; voldoen |
égaliser | gelijkmaken; nivelleren; vlak maken | afplatten; assimileren; betalen; bijknippen; een beetje knippen; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; platmaken; vereffenen; voldoen |
Wiktionary Translations for nivelleren:
nivelleren
verb
-
gelijk maken, op gelijk niveau brengen
- nivelleren → niveler