Dutch

Detailed Translations for omgekeerd from Dutch to French

omgekeerd:


Translation Matrix for omgekeerd:

NounRelated TranslationsOther Translations
contraire antipool; omgekeerde; tegendeel; tegenovergestelde; tegenpool
inverse tegendeel; tegenovergestelde
opposé antipool; omgekeerde; strijdende opvatting; tegendeel; tegenovergestelde; tegenpool; tegenstelling
vis-à-vis overbuur
ModifierRelated TranslationsOther Translations
antinomique andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
bouleversé het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven geestelijk verward; getroffen; in de war; ondersteboven; onthutst; ontsteld; overstuur; verschrikt; verward
contradictoire andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld hiertegen; in strijd met; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig; tegenstrijdig met
contraire andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld contrair; hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
de l'autre côté andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld aan de andere kant; aan de overkant; aan de overzijde; aan die kant; aan gene zijde; daar; daarginds; ginder; ginds; hiertegenover; tegenoverliggend
de retour andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld andermaal; averechts; nogmaals; opnieuw; verkeerd; weder; wederom; weer; weerom
en arrière andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld achteren; achterom; achteruit; achterwaarts; averechts; naar achter; naar achteren; retour; rugwaarts; terug; verkeerd
en face andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld aan de andere kant; aan de overkant; aan de overzijde; aan die kant; en face; hiertegenover; tegenover; tegenovergelegen; tegenoverliggend; van voren
en revanche andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld integendeel
en sens inverse andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld
inverse andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld achteruit; achterwaarts; hiertegen; naar achter; naar achteren; onverenigbaar; rugwaarts; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig; terug
opposé andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld hiertegen; onverenigbaar; strijdig; tegen; tegengesteld; tegenstrijdig
renversé binnenstebuiten; het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
sens dessus dessous binnenstebuiten; omgekeerd geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verward
vis-à-vis andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld
à l'envers binnenstebuiten; het onderste naar boven gekeerd; omgekeerd; ondersteboven achterstevoren; averechts; geestelijk verward; in de war; ondersteboven; onthutst; verkeerd; verward
à rebours andersom; contrarie; omgekeerd; tegendeel; tegengesteld; tegenovergesteld averechts; verkeerd

Related Words for "omgekeerd":


Wiktionary Translations for omgekeerd:


Cross Translation:
FromToVia
omgekeerd → à l'envers upside down — inverted
omgekeerd vice versa vice versa — the other way round

omgekeerd form of omkeren:

omkeren verbe (keer om, keert om, keerde om, keerden om, omgekeerd)

  1. omkeren (iets omdraaien)
    tourner; convertir; retourner
    • tourner verbe (tourne, tournes, tournons, tournez, )
    • convertir verbe (convertis, convertit, convertissons, convertissez, )
    • retourner verbe (retourne, retournes, retournons, retournez, )
  2. omkeren (terugkeren; terugkomen; retourneren)
    retourner; revenir; rentrer; se retourner; faire demi-tour
    • retourner verbe (retourne, retournes, retournons, retournez, )
    • revenir verbe (reviens, revient, revenons, revenez, )
    • rentrer verbe (rentre, rentres, rentrons, rentrez, )
    • se retourner verbe
  3. omkeren (teruggaan; keren)
    retourner; rentrer; revenir; détourner; se retourner; renverser; aller de retour; reculer; aller en arrière; tourner
    • retourner verbe (retourne, retournes, retournons, retournez, )
    • rentrer verbe (rentre, rentres, rentrons, rentrez, )
    • revenir verbe (reviens, revient, revenons, revenez, )
    • détourner verbe (détourne, détournes, détournons, détournez, )
    • se retourner verbe
    • renverser verbe (renverse, renverses, renversons, renversez, )
    • reculer verbe (recule, recules, reculons, reculez, )
    • tourner verbe (tourne, tournes, tournons, tournez, )
  4. omkeren (ombladeren; omslaan)
    feuilleter
    • feuilleter verbe (feuillette, feuillettes, feuilletons, feuilletez, )
  5. omkeren

Conjugations for omkeren:

o.t.t.
  1. keer om
  2. keert om
  3. keert om
  4. keren om
  5. keren om
  6. keren om
o.v.t.
  1. keerde om
  2. keerde om
  3. keerde om
  4. keerden om
  5. keerden om
  6. keerden om
v.t.t.
  1. ben omgekeerd
  2. bent omgekeerd
  3. is omgekeerd
  4. zijn omgekeerd
  5. zijn omgekeerd
  6. zijn omgekeerd
v.v.t.
  1. was omgekeerd
  2. was omgekeerd
  3. was omgekeerd
  4. waren omgekeerd
  5. waren omgekeerd
  6. waren omgekeerd
o.t.t.t.
  1. zal omkeren
  2. zult omkeren
  3. zal omkeren
  4. zullen omkeren
  5. zullen omkeren
  6. zullen omkeren
o.v.t.t.
  1. zou omkeren
  2. zou omkeren
  3. zou omkeren
  4. zouden omkeren
  5. zouden omkeren
  6. zouden omkeren
diversen
  1. keer om!
  2. keert om!
  3. omgekeerd
  4. omkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omkeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aller de retour keren; omkeren; teruggaan
aller en arrière keren; omkeren; teruggaan
convertir iets omdraaien; omkeren bekeren; converteren; draaien; herbouwen; inruilen; kantelen; omrekenen; omzetten; opnieuw bouwen; reconstrueren; rollen; ronddraaien; roteren; verwerken; verwisselen; wentelen
détourner keren; omkeren; teruggaan afkeren; afschepen; afwenden; afwentelen; afweren; afwimpelen; draaien; omleiden; pareren; wegsturen; wenden; weren; zwenken
faire demi-tour omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen rechtsomkeer maken; rechtsomkeert maken
feuilleter ombladeren; omkeren; omslaan bladeren; doorbladeren; korsten
inverser draaien; keren; omdraaien; omrollen; omschakelen; omwentelen; overschakelen; wenden
reculer keren; omkeren; teruggaan moedeloos worden; wijken
rentrer keren; omkeren; retourneren; teruggaan; terugkeren; terugkomen betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenrijden; binnenstappen; binnentreden; binnenzetten; ingaan; inhalen; inrijden; naar binnen halen; wederkeren; weerkeren
renverser keren; omkeren; teruggaan amenderen; buitelen; doen buigen; dompen; duikelen; herzien; kantelen; kiepen; modificeren; omblazen; ombuigen; omduwen; omgieten; omgooien; omkiepen; omkieperen; omspringen; omstoten; omver kiepen; omvergooien; omverrijden; omverslaan; omverspringen; omverstoten; omvertrekken; omverwaaien; omverwerpen; omwaaien; omwerken; omwerpen; onderuitgaan; op zijn bek gaan; overheen rijden; overkiepen; overrijden; ten val brengen; ten val komen; vallen; veranderen; wijzigen; wippen
retourner iets omdraaien; keren; omkeren; retourneren; teruggaan; terugkeren; terugkomen dompen; draaien; kantelen; keren; kiepen; omdraaien; omkantelen; omklappen; omleggen; omver kiepen; omvormen; omwenden; over een kant vallen; reorganiseren; restitueren; retourneren; rollen; ronddraaien; roteren; spiegelen; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; teruggooien; terugreizen; terugrijden; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; vervormen; wederkeren; weerkeren; wenden; wentelen
revenir keren; omkeren; retourneren; teruggaan; terugkeren; terugkomen spoken; ten deel vallen; terugreizen; terugrijden; terugspoelen; terugstromen; terugvloeien; toekomen; toekomen aan; toevallen; verdiend hebben; wederkeren; weerkeren
se retourner keren; omkeren; retourneren; teruggaan; terugkeren; terugkomen zich omdraaien
tourner iets omdraaien; keren; omkeren; teruggaan aaneenrijgen; draaien; duizelen; heen en weer zwaaien; in de war maken; inkleden; kantelen; keren; omdraaien; omroeren; omwenden; omzwaaien; ontsluiten; opendraaien; openen; rijgen; roeren; rollen; ronddraaien; rondtollen; rondwentelen; roteren; slingeren; tollen; wegdraaien; wenden; wentelen; zwaaien; zwenken
- keren; omdraaien
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
inverser omkeren

Related Words for "omkeren":


Synonyms for "omkeren":


Related Definitions for "omkeren":

  1. het in tegenovergestelde richting brengen1
    • zij heeft de pan met aardappels omgekeerd1
  2. in tegengestelde richting gaan1
    • op weg naar zijn werk is hij omgekeerd1
  3. je lichaam op een andere kant leggen1
    • zij heeft zich in bed omgekeerd1

Wiktionary Translations for omkeren:

omkeren
verb
  1. de andere zijde boven- of voorleggen
omkeren
Cross Translation:
FromToVia
omkeren invertir invert — turn upside down or inside out