Dutch
Detailed Translations for omhoogbrengen from Dutch to French
omhoogbrengen:
-
omhoogbrengen (rechtop zetten)
redresser; dresser; poser droit; remettre d'aplomb-
redresser verbe (redresse, redresses, redressons, redressez, redressent, redressais, redressait, redressions, redressiez, redressaient, redressai, redressas, redressa, redressâmes, redressâtes, redressèrent, redresserai, redresseras, redressera, redresserons, redresserez, redresseront)
-
dresser verbe (dresse, dresses, dressons, dressez, dressent, dressais, dressait, dressions, dressiez, dressaient, dressai, dressas, dressa, dressâmes, dressâtes, dressèrent, dresserai, dresseras, dressera, dresserons, dresserez, dresseront)
-
poser droit verbe
-
remettre d'aplomb verbe
-
Conjugations for omhoogbrengen:
o.t.t.
- breng omhoog
- brengt omhoog
- brengt omhoog
- brengen omhoog
- brengen omhoog
- brengen omhoog
o.v.t.
- bracht omhoog
- bracht omhoog
- bracht omhoog
- brachten omhoog
- brachten omhoog
- brachten omhoog
v.t.t.
- heb omhooggebracht
- hebt omhooggebracht
- heeft omhooggebracht
- hebben omhooggebracht
- hebben omhooggebracht
- hebben omhooggebracht
v.v.t.
- had omhooggebracht
- had omhooggebracht
- had omhooggebracht
- hadden omhooggebracht
- hadden omhooggebracht
- hadden omhooggebracht
o.t.t.t.
- zal omhoogbrengen
- zult omhoogbrengen
- zal omhoogbrengen
- zullen omhoogbrengen
- zullen omhoogbrengen
- zullen omhoogbrengen
o.v.t.t.
- zou omhoogbrengen
- zou omhoogbrengen
- zou omhoogbrengen
- zouden omhoogbrengen
- zouden omhoogbrengen
- zouden omhoogbrengen
en verder
- ben omhooggebracht
- bent omhooggebracht
- is omhooggebracht
- zijn omhooggebracht
- zijn omhooggebracht
- zijn omhooggebracht
diversen
- breng omhoog!
- brengt omhoog!
- omhooggebracht
- omhoogbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omhoogbrengen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
dresser | omhoogbrengen; rechtop zetten | aanbrengen; aanleggen; arrangeren; bouwen; construeren; funderen; gaan staan; gronden; grondvesten; hoger worden; iets op touw zetten; installeren; instellen; invoeren; monteren en aansluiten; omhoogkomen; oprichten; opstaan; opstijgen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; plaatsen; regelen; stichten; temmen; verheffen |
poser droit | omhoogbrengen; rechtop zetten | |
redresser | omhoogbrengen; rechtop zetten | goedmaken; rechtbuigen; rechtmaken; rechtstrijken; rechtzetten |
remettre d'aplomb | omhoogbrengen; rechtop zetten |