Dutch
Detailed Translations for omschakelen from Dutch to French
omschakelen:
-
omschakelen (overschakelen)
commuter; inverser-
commuter verbe (commute, commutes, commutons, commutez, commutent, commutais, commutait, commutions, commutiez, commutaient, commutai, commutas, commuta, commutâmes, commutâtes, commutèrent, commuterai, commuteras, commutera, commuterons, commuterez, commuteront)
-
inverser verbe (inverse, inverses, inversons, inversez, inversent, inversais, inversait, inversions, inversiez, inversaient, inversai, inversas, inversa, inversâmes, inversâtes, inversèrent, inverserai, inverseras, inversera, inverserons, inverserez, inverseront)
-
Conjugations for omschakelen:
o.t.t.
- schakel om
- schakelt om
- schakelt om
- schakelen om
- schakelen om
- schakelen om
o.v.t.
- schakelde om
- schakelde om
- schakelde om
- schakelden om
- schakelden om
- schakelden om
v.t.t.
- ben omgeschakeld
- bent omgeschakeld
- is omgeschakeld
- zijn omgeschakeld
- zijn omgeschakeld
- zijn omgeschakeld
v.v.t.
- was omgeschakeld
- was omgeschakeld
- was omgeschakeld
- waren omgeschakeld
- waren omgeschakeld
- waren omgeschakeld
o.t.t.t.
- zal omschakelen
- zult omschakelen
- zal omschakelen
- zullen omschakelen
- zullen omschakelen
- zullen omschakelen
o.v.t.t.
- zou omschakelen
- zou omschakelen
- zou omschakelen
- zouden omschakelen
- zouden omschakelen
- zouden omschakelen
en verder
- heb omgeschakeld
- hebt omgeschakeld
- heeft omgeschakeld
- hebben omgeschakeld
- hebben omgeschakeld
- hebben omgeschakeld
diversen
- schakel om!
- schakelt om!
- omgeschakeld
- omschakelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omschakelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
commuter | omschakelen; overschakelen | |
inverser | omschakelen; overschakelen | draaien; keren; omdraaien; omrollen; omwentelen; wenden |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
inverser | omkeren |