Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. onderwaarderen:


Dutch

Detailed Translations for onderwaarderen from Dutch to French

onderwaarderen:

onderwaarderen verbe (onderwaardeer, onderwaardeert, onderwaardeerde, onderwaardeerden, ondergewaardeerd)

  1. onderwaarderen (onderschatten; miskennen; te laag inschatten; niet weten te waarderen)
    nier; sous-estimer
    • nier verbe (nie, nies, nions, niez, )
    • sous-estimer verbe (sous-estime, sous-estimes, sous-estimons, sous-estimez, )

Conjugations for onderwaarderen:

o.t.t.
  1. onderwaardeer
  2. onderwaardeert
  3. onderwaardeert
  4. onderwaarderen
  5. onderwaarderen
  6. onderwaarderen
o.v.t.
  1. onderwaardeerde
  2. onderwaardeerde
  3. onderwaardeerde
  4. onderwaardeerden
  5. onderwaardeerden
  6. onderwaardeerden
v.t.t.
  1. heb ondergewaardeerd
  2. hebt ondergewaardeerd
  3. heeft ondergewaardeerd
  4. hebben ondergewaardeerd
  5. hebben ondergewaardeerd
  6. hebben ondergewaardeerd
v.v.t.
  1. had ondergewaardeerd
  2. had ondergewaardeerd
  3. had ondergewaardeerd
  4. hadden ondergewaardeerd
  5. hadden ondergewaardeerd
  6. hadden ondergewaardeerd
o.t.t.t.
  1. zal onderwaarderen
  2. zult onderwaarderen
  3. zal onderwaarderen
  4. zullen onderwaarderen
  5. zullen onderwaarderen
  6. zullen onderwaarderen
o.v.t.t.
  1. zou onderwaarderen
  2. zou onderwaarderen
  3. zou onderwaarderen
  4. zouden onderwaarderen
  5. zouden onderwaarderen
  6. zouden onderwaarderen
en verder
  1. ben ondergewaardeerd
  2. bent ondergewaardeerd
  3. is ondergewaardeerd
  4. zijn ondergewaardeerd
  5. zijn ondergewaardeerd
  6. zijn ondergewaardeerd
diversen
  1. onderwaardeer!
  2. onderwaardeert!
  3. ondergewaardeerd
  4. onderwaarderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for onderwaarderen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
nier miskennen; niet weten te waarderen; onderschatten; onderwaarderen; te laag inschatten in tegenspraak zijn met; loochenen; ontkennen; refuteren; tegenspreken; verstoten; weerspreken
sous-estimer miskennen; niet weten te waarderen; onderschatten; onderwaarderen; te laag inschatten