Dutch
Detailed Translations for ontlasting from Dutch to French
ontlasting:
-
de ontlasting (stoelgang)
-
de ontlasting (van een last ontdoen)
Translation Matrix for ontlasting:
Noun | Related Translations | Other Translations |
allégement | ontlasting; stoelgang; van een last ontdoen | verlichting; verzachting |
chaise | ontlasting; stoelgang | crapaud; gestoelte; stoel; zetel |
déchargement | ontlasting; stoelgang; van een last ontdoen | afladen; elektrische ontlading; leegmaken; lossen; lossing; offloading; ontlading; plotselinge uitbarsting; uitladen; uitlading; verlichting; verzachting |
excréments | ontlasting; stoelgang | beer; drek; drol; excrementen; fecaliën; feces; hoop; kak; keutel; poep; prut; schijt; smurrie; stront; stuk poep; uitscheiding; uitwerpsel; uitwerpselen |
selle | ontlasting; stoelgang | zadel |
soulagement | ontlasting; stoelgang | geruststelling; herademing; leniging; matiging; mindering; moderatie; opluchting; solaas; tempering; troost; troosting; verademing; verlichting; vertroosting; verzachting |
Related Words for "ontlasting":
External Machine Translations: