Dutch
Detailed Translations for openhakken from Dutch to French
openhakken:
-
openhakken
enfoncer; ouvrir à coups de hache-
enfoncer verbe (enfonce, enfonces, enfonçons, enfoncez, enfoncent, enfonçais, enfonçait, enfoncions, enfonciez, enfonçaient, enfonçai, enfonças, enfonça, enfonçâmes, enfonçâtes, enfoncèrent, enfoncerai, enfonceras, enfoncera, enfoncerons, enfoncerez, enfonceront)
-
ouvrir à coups de hache verbe
-
Conjugations for openhakken:
o.t.t.
- hak open
- hakt open
- hakt open
- hakken open
- hakken open
- hakken open
o.v.t.
- hakte open
- hakte open
- hakte open
- hakten open
- hakten open
- hakten open
v.t.t.
- heb opengehakt
- hebt opengehakt
- heeft opengehakt
- hebben opengehakt
- hebben opengehakt
- hebben opengehakt
v.v.t.
- had opengehakt
- had opengehakt
- had opengehakt
- hadden opengehakt
- hadden opengehakt
- hadden opengehakt
o.t.t.t.
- zal openhakken
- zult openhakken
- zal openhakken
- zullen openhakken
- zullen openhakken
- zullen openhakken
o.v.t.t.
- zou openhakken
- zou openhakken
- zou openhakken
- zouden openhakken
- zouden openhakken
- zouden openhakken
en verder
- is opengehakt
- zijn opengehakt
diversen
- hak open!
- hakt open!
- opengehakt
- openhakkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for openhakken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
enfoncer | openhakken | aanslaan; doordrukken; doorstoten; drukkend door iets heen brengen; heien; indrukken; induwen; inheien; inkloppen; intikken; intoetsen; intypen; kraken; losbreken; naar beneden drukken; neerdrukken; openbreken; opentrappen; taxeren |
ouvrir à coups de hache | openhakken |
External Machine Translations: