Summary
Dutch
Detailed Translations for opgeleverd from Dutch to French
opgeleverd:
Translation Matrix for opgeleverd:
Noun | Related Translations | Other Translations |
produit | artikel; ding; fabrikaat; goed; item; kunstwerk; maaksel; meesterwerk; object; opbrengst; product; voorwerp; werk; zaak | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
produit | opgeleverd | gemaakt; geproduceerd; vervaardigd; voorgevallen |
opleveren:
-
opleveren (opbrengen)
rapporter; produire; livrer-
rapporter verbe (rapporte, rapportes, rapportons, rapportez, rapportent, rapportais, rapportait, rapportions, rapportiez, rapportaient, rapportai, rapportas, rapporta, rapportâmes, rapportâtes, rapportèrent, rapporterai, rapporteras, rapportera, rapporterons, rapporterez, rapporteront)
-
produire verbe (produis, produit, produisons, produisez, produisent, produisais, produisait, produisions, produisiez, produisaient, produisis, produisit, produisîmes, produisîtes, produisirent, produirai, produiras, produira, produirons, produirez, produiront)
-
livrer verbe (livre, livres, livrons, livrez, livrent, livrais, livrait, livrions, livriez, livraient, livrai, livras, livra, livrâmes, livrâtes, livrèrent, livrerai, livreras, livrera, livrerons, livrerez, livreront)
-
Conjugations for opleveren:
o.t.t.
- lever op
- levert op
- levert op
- leveren op
- leveren op
- leveren op
o.v.t.
- leverde op
- leverde op
- leverde op
- leverden op
- leverden op
- leverden op
v.t.t.
- heb opgeleverd
- hebt opgeleverd
- heeft opgeleverd
- hebben opgeleverd
- hebben opgeleverd
- hebben opgeleverd
v.v.t.
- had opgeleverd
- had opgeleverd
- had opgeleverd
- hadden opgeleverd
- hadden opgeleverd
- hadden opgeleverd
o.t.t.t.
- zal opleveren
- zult opleveren
- zal opleveren
- zullen opleveren
- zullen opleveren
- zullen opleveren
o.v.t.t.
- zou opleveren
- zou opleveren
- zou opleveren
- zouden opleveren
- zouden opleveren
- zouden opleveren
diversen
- lever op!
- levert op!
- opgeleverd
- opleverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze