Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opgelucht:
  2. opluchten:


Dutch

Detailed Translations for opgelucht from Dutch to French

opgelucht:

opgelucht adj

  1. opgelucht

Translation Matrix for opgelucht:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
avec soulagement opgelucht
soulagé opgelucht getroost

Related Words for "opgelucht":

  • opgeluchte

opgelucht form of opluchten:

opluchten verbe (lucht op, luchtte op, luchtten op, opgelucht)

  1. opluchten
    soulager; aérer; rafraîchir
    • soulager verbe (soulage, soulages, soulageons, soulagez, )
    • aérer verbe (aère, aères, aérons, aérez, )
    • rafraîchir verbe (rafraîchis, rafraîchit, rafraîchissons, rafraîchissez, )

Conjugations for opluchten:

o.t.t.
  1. lucht op
  2. lucht op
  3. lucht op
  4. luchten op
  5. luchten op
  6. luchten op
o.v.t.
  1. luchtte op
  2. luchtte op
  3. luchtte op
  4. luchtten op
  5. luchtten op
  6. luchtten op
v.t.t.
  1. ben opgelucht
  2. bent opgelucht
  3. is opgelucht
  4. zijn opgelucht
  5. zijn opgelucht
  6. zijn opgelucht
v.v.t.
  1. was opgelucht
  2. was opgelucht
  3. was opgelucht
  4. waren opgelucht
  5. waren opgelucht
  6. waren opgelucht
o.t.t.t.
  1. zal opluchten
  2. zult opluchten
  3. zal opluchten
  4. zullen opluchten
  5. zullen opluchten
  6. zullen opluchten
o.v.t.t.
  1. zou opluchten
  2. zou opluchten
  3. zou opluchten
  4. zouden opluchten
  5. zouden opluchten
  6. zouden opluchten
diversen
  1. lucht op!
  2. lucht op!
  3. opgelucht
  4. opluchtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opluchten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
aérer opluchten ontluchten; ventileren
rafraîchir opluchten afkoelen; blij maken; dorst lessen; fleurig maken; hernieuwen; in goede staat brengen; koel worden; koelen; koud worden; laven; nieuw leven inblazen; opfleuren; opfrissen; opknappen; opmonteren; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; renoveren; tooien; verfraaien; verfrissen; verkillen; verkoelen; verkwikken; verlevendigen; verluchten; verversen; vrolijker worden; zich mooi maken
soulager opluchten bemoedigen; bevrijden; in vrijheid stellen; lenigen; lessen; loslaten; losmaken; ondersteunen; opbeuren; stillen; troosten; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlichten; verlossen; vertroosten; verzachten; vrijlaten

Related Translations for opgelucht