Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. oppoetsen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for oppoetsen from Dutch to French

oppoetsen:

oppoetsen verbe (poets op, poetst op, poetste op, poetsten op, opgepoetst)

  1. oppoetsen (opblinken; wrijven; poetsen; opwrijven)
    frotter; astiquer; faire briller; cirer
    • frotter verbe (frotte, frottes, frottons, frottez, )
    • astiquer verbe (astique, astiques, astiquons, astiquez, )
    • cirer verbe (cire, cires, cirons, cirez, )

Conjugations for oppoetsen:

o.t.t.
  1. poets op
  2. poetst op
  3. poetst op
  4. poetsen op
  5. poetsen op
  6. poetsen op
o.v.t.
  1. poetste op
  2. poetste op
  3. poetste op
  4. poetsten op
  5. poetsten op
  6. poetsten op
v.t.t.
  1. heb opgepoetst
  2. hebt opgepoetst
  3. heeft opgepoetst
  4. hebben opgepoetst
  5. hebben opgepoetst
  6. hebben opgepoetst
v.v.t.
  1. had opgepoetst
  2. had opgepoetst
  3. had opgepoetst
  4. hadden opgepoetst
  5. hadden opgepoetst
  6. hadden opgepoetst
o.t.t.t.
  1. zal oppoetsen
  2. zult oppoetsen
  3. zal oppoetsen
  4. zullen oppoetsen
  5. zullen oppoetsen
  6. zullen oppoetsen
o.v.t.t.
  1. zou oppoetsen
  2. zou oppoetsen
  3. zou oppoetsen
  4. zouden oppoetsen
  5. zouden oppoetsen
  6. zouden oppoetsen
en verder
  1. ben opgepoetst
  2. bent opgepoetst
  3. is opgepoetst
  4. zijn opgepoetst
  5. zijn opgepoetst
  6. zijn opgepoetst
diversen
  1. poets op!
  2. poetst op!
  3. opgepoetst
  4. oppoetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for oppoetsen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
astiquer opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven afboenen; afschrobben; boenen; gladmaken; gladwrijven; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben; uitwrijven
cirer opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven afboenen; afschrobben; boenen; in de was zetten; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben
faire briller opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven afboenen; afschrobben; boenen; gladmaken; gladwrijven; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben
frotter opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven aanmaken; aansteken; afboenen; afschrobben; afschuren; afstrijken; boenen; gladmaken; gladwrijven; krassen; lepel afstrijken; raspen; schaven; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben; schuren; zich krabben

Wiktionary Translations for oppoetsen:

oppoetsen
verb
  1. rendre brillant par le frottement.
  2. (familier, fr) perfectionner une tâche ou un objet déjà terminer.

Cross Translation:
FromToVia
oppoetsen polir polish — make a surface smooth or shiny