Dutch
Detailed Translations for oppoetsen from Dutch to French
oppoetsen:
-
oppoetsen (opblinken; wrijven; poetsen; opwrijven)
frotter; astiquer; faire briller; cirer-
frotter verbe (frotte, frottes, frottons, frottez, frottent, frottais, frottait, frottions, frottiez, frottaient, frottai, frottas, frotta, frottâmes, frottâtes, frottèrent, frotterai, frotteras, frottera, frotterons, frotterez, frotteront)
-
astiquer verbe (astique, astiques, astiquons, astiquez, astiquent, astiquais, astiquait, astiquions, astiquiez, astiquaient, astiquai, astiquas, astiqua, astiquâmes, astiquâtes, astiquèrent, astiquerai, astiqueras, astiquera, astiquerons, astiquerez, astiqueront)
-
faire briller verbe
-
cirer verbe (cire, cires, cirons, cirez, cirent, cirais, cirait, cirions, ciriez, ciraient, cirai, ciras, cira, cirâmes, cirâtes, cirèrent, cirerai, cireras, cirera, cirerons, cirerez, cireront)
-
Conjugations for oppoetsen:
o.t.t.
- poets op
- poetst op
- poetst op
- poetsen op
- poetsen op
- poetsen op
o.v.t.
- poetste op
- poetste op
- poetste op
- poetsten op
- poetsten op
- poetsten op
v.t.t.
- heb opgepoetst
- hebt opgepoetst
- heeft opgepoetst
- hebben opgepoetst
- hebben opgepoetst
- hebben opgepoetst
v.v.t.
- had opgepoetst
- had opgepoetst
- had opgepoetst
- hadden opgepoetst
- hadden opgepoetst
- hadden opgepoetst
o.t.t.t.
- zal oppoetsen
- zult oppoetsen
- zal oppoetsen
- zullen oppoetsen
- zullen oppoetsen
- zullen oppoetsen
o.v.t.t.
- zou oppoetsen
- zou oppoetsen
- zou oppoetsen
- zouden oppoetsen
- zouden oppoetsen
- zouden oppoetsen
en verder
- ben opgepoetst
- bent opgepoetst
- is opgepoetst
- zijn opgepoetst
- zijn opgepoetst
- zijn opgepoetst
diversen
- poets op!
- poetst op!
- opgepoetst
- oppoetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for oppoetsen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
astiquer | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | afboenen; afschrobben; boenen; gladmaken; gladwrijven; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben; uitwrijven |
cirer | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | afboenen; afschrobben; boenen; in de was zetten; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben |
faire briller | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | afboenen; afschrobben; boenen; gladmaken; gladwrijven; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben |
frotter | opblinken; oppoetsen; opwrijven; poetsen; wrijven | aanmaken; aansteken; afboenen; afschrobben; afschuren; afstrijken; boenen; gladmaken; gladwrijven; krassen; lepel afstrijken; raspen; schaven; schoonboenen; schoonschrobben; schrobben; schuren; zich krabben |