Summary
Dutch
Detailed Translations for opschrijven from Dutch to French
opschrijven:
-
opschrijven (boeken; noteren; vastleggen; registreren; optekenen)
enregister; register; noter; consigner; inscrire; annoter; indexer-
enregister verbe
-
register verbe
-
noter verbe (note, notes, notons, notez, notent, notais, notait, notions, notiez, notaient, notai, notas, nota, notâmes, notâtes, notèrent, noterai, noteras, notera, noterons, noterez, noteront)
-
consigner verbe (consigne, consignes, consignons, consignez, consignent, consignais, consignait, consignions, consigniez, consignaient, consignai, consignas, consigna, consignâmes, consignâtes, consignèrent, consignerai, consigneras, consignera, consignerons, consignerez, consigneront)
-
inscrire verbe (inscris, inscrit, inscrivons, inscrivez, inscrivent, inscrivais, inscrivait, inscrivions, inscriviez, inscrivaient, inscrivis, inscrivit, inscrivîmes, inscrivîtes, inscrivirent, inscrirai, inscriras, inscrira, inscrirons, inscrirez, inscriront)
-
annoter verbe (annote, annotes, annotons, annotez, annotent, annotais, annotait, annotions, annotiez, annotaient, annotai, annotas, annota, annotâmes, annotâtes, annotèrent, annoterai, annoteras, annotera, annoterons, annoterez, annoteront)
-
indexer verbe (indexe, indexes, indexons, indexez, indexent, indexais, indexait, indexions, indexiez, indexaient, indexai, indexas, indexa, indexâmes, indexâtes, indexèrent, indexerai, indexeras, indexera, indexerons, indexerez, indexeront)
-
-
opschrijven (noteren)
noter; inscrire; déclarer-
noter verbe (note, notes, notons, notez, notent, notais, notait, notions, notiez, notaient, notai, notas, nota, notâmes, notâtes, notèrent, noterai, noteras, notera, noterons, noterez, noteront)
-
inscrire verbe (inscris, inscrit, inscrivons, inscrivez, inscrivent, inscrivais, inscrivait, inscrivions, inscriviez, inscrivaient, inscrivis, inscrivit, inscrivîmes, inscrivîtes, inscrivirent, inscrirai, inscriras, inscrira, inscrirons, inscrirez, inscriront)
-
déclarer verbe (déclare, déclares, déclarons, déclarez, déclarent, déclarais, déclarait, déclarions, déclariez, déclaraient, déclarai, déclaras, déclara, déclarâmes, déclarâtes, déclarèrent, déclarerai, déclareras, déclarera, déclarerons, déclarerez, déclareront)
-
Conjugations for opschrijven:
o.t.t.
- schrijf op
- schrijft op
- schrijft op
- schrijven op
- schrijven op
- schrijven op
o.v.t.
- schreef op
- schreef op
- schreef op
- schreven op
- schreven op
- schreven op
v.t.t.
- heb opgeschreven
- hebt opgeschreven
- heeft opgeschreven
- hebben opgeschreven
- hebben opgeschreven
- hebben opgeschreven
v.v.t.
- had opgeschreven
- had opgeschreven
- had opgeschreven
- hadden opgeschreven
- hadden opgeschreven
- hadden opgeschreven
o.t.t.t.
- zal opschrijven
- zult opschrijven
- zal opschrijven
- zullen opschrijven
- zullen opschrijven
- zullen opschrijven
o.v.t.t.
- zou opschrijven
- zou opschrijven
- zou opschrijven
- zouden opschrijven
- zouden opschrijven
- zouden opschrijven
en verder
- ben opgeschreven
- bent opgeschreven
- is opgeschreven
- zijn opgeschreven
- zijn opgeschreven
- zijn opgeschreven
diversen
- schrijf op!
- schrijft op!
- opgeschreven
- opschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opschrijven:
Wiktionary Translations for opschrijven:
opschrijven
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opschrijven | → noter | ↔ mark — take note of |
• opschrijven | → noter; note; prendre | ↔ note — to record in writing |
• opschrijven | → écrire | ↔ pen — to write |