Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opspelen kaartspel:


Dutch

Detailed Translations for opspelen kaartspel from Dutch to French

opspelen kaartspel:

opspelen kaartspel verbe

  1. opspelen kaartspel (opspelen)
    prendre part à; jouer en premier; jouer; participer
    • jouer verbe (joue, joues, jouons, jouez, )
    • participer verbe (participe, participes, participons, participez, )

Translation Matrix for opspelen kaartspel:

VerbRelated TranslationsOther Translations
jouer opspelen; opspelen kaartspel acteren; doen alsof; dramatiseren; een gok wagen; een rol vertolken; gokken; komedie spelen; met aandelen spelen; met geld spelen; optreden; performen; speculeren; spelen; tokkelen; toneelspelen; zich aanstellen
jouer en premier opspelen; opspelen kaartspel
participer opspelen; opspelen kaartspel acteren; deel hebben aan; deelnemen; een rol vertolken; komedie spelen; meedoen; meespelen; participeren; toneelspelen; zich aanstellen
prendre part à opspelen; opspelen kaartspel deel hebben aan; deelnemen; meedoen; participeren

External Machine Translations:

Related Translations for opspelen kaartspel