Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. optrekken van auto:


Dutch

Detailed Translations for optrekken van auto from Dutch to French

optrekken van auto:

optrekken van auto verbe

  1. optrekken van auto (accelereren; gas geven)
    accélérer; démarrer
    • accélérer verbe (accélère, accélères, accélérons, accélérez, )
    • démarrer verbe (démarre, démarres, démarrons, démarrez, )

Translation Matrix for optrekken van auto:

VerbRelated TranslationsOther Translations
accélérer accelereren; gas geven; optrekken van auto accelereren; bespoedigen; gang maken; hard draven; verhaasten; versnellen
démarrer accelereren; gas geven; optrekken van auto aanbinden; aanbreken; aangaan; aankaarten; aanknopen; aansnijden; aanvangen; beginnen; een begin nemen; entameren; gaan rijden; gesprek aanknopen; inluiden; intreden; inzetten; losgooien; loswerpen; ondernemen; op gang komen; openen; opstarten; opwerpen; spurten; starten; te berde brengen; ter sprake brengen; van start gaan

Related Translations for optrekken van auto