Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opvoeren:
  2. opvaren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opvoeren from Dutch to French

opvoeren:

opvoeren verbe (voer op, voert op, voerde op, voerden op, opgevoerd)

  1. opvoeren (vergroten)
    augmenter; intensifier
    • augmenter verbe (augmente, augmentes, augmentons, augmentez, )
    • intensifier verbe (intensifie, intensifies, intensifions, intensifiez, )

Conjugations for opvoeren:

o.t.t.
  1. voer op
  2. voert op
  3. voert op
  4. voeren op
  5. voeren op
  6. voeren op
o.v.t.
  1. voerde op
  2. voerde op
  3. voerde op
  4. voerden op
  5. voerden op
  6. voerden op
v.t.t.
  1. heb opgevoerd
  2. hebt opgevoerd
  3. heeft opgevoerd
  4. hebben opgevoerd
  5. hebben opgevoerd
  6. hebben opgevoerd
v.v.t.
  1. had opgevoerd
  2. had opgevoerd
  3. had opgevoerd
  4. hadden opgevoerd
  5. hadden opgevoerd
  6. hadden opgevoerd
o.t.t.t.
  1. zal opvoeren
  2. zult opvoeren
  3. zal opvoeren
  4. zullen opvoeren
  5. zullen opvoeren
  6. zullen opvoeren
o.v.t.t.
  1. zou opvoeren
  2. zou opvoeren
  3. zou opvoeren
  4. zouden opvoeren
  5. zouden opvoeren
  6. zouden opvoeren
en verder
  1. is opgevoerd
  2. zijn opgevoerd
diversen
  1. voer op!
  2. voert op!
  3. opgevoerd
  4. opvoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opvoeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
augmenter opvoeren; vergroten aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; aanzwiepen; de hoogte ingaan; gedijen; groeien; groter worden; hoger draaien; hoger maken; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogdraaien; omhooggaan; omhoogstijgen; opdraaien; opdrijven; ophogen; opschroeven; opzetten; rijzen; stijgen; talrijker maken; toenemen; uitbreiden; veel doen stijgen; vergroten; verhogen; vermeerderen; voortdrijven; voortjagen; wegjagen; zich vermeerderen
intensifier opvoeren; vergroten aanhalen; aanscherpen; escaleren; intensiveren; toespitsen; uit de hand lopen; verhevigen; verscherpen; versterken

Wiktionary Translations for opvoeren:


Cross Translation:
FromToVia
opvoeren jouer act — to perform a theatrical role
opvoeren mettre en scène stage — to produce on a stage

opvaren:

opvaren [znw.] nom

  1. opvaren
    le remonter

Translation Matrix for opvaren:

NounRelated TranslationsOther Translations
remonter opvaren
VerbRelated TranslationsOther Translations
remonter omhoogtrekken; opkalefateren; opknappen; oplappen; opvijzelen