Dutch
Detailed Translations for overdrukken from Dutch to French
overdrukken:
-
overdrukken (bedrukken; opdrukken)
-
overdrukken
surimprimer-
surimprimer verbe
-
-
overdrukken
Conjugations for overdrukken:
o.t.t.
- overdruk
- overdrukt
- overdrukt
- overdrukken
- overdrukken
- overdrukken
o.v.t.
- overdrukte
- overdrukte
- overdrukte
- overdrukten
- overdrukten
- overdrukten
v.t.t.
- heb overdrukt
- hebt overdrukt
- heeft overdrukt
- hebben overdrukt
- hebben overdrukt
- hebben overdrukt
v.v.t.
- had overdrukt
- had overdrukt
- had overdrukt
- hadden overdrukt
- hadden overdrukt
- hadden overdrukt
o.t.t.t.
- zal overdrukken
- zult overdrukken
- zal overdrukken
- zullen overdrukken
- zullen overdrukken
- zullen overdrukken
o.v.t.t.
- zou overdrukken
- zou overdrukken
- zou overdrukken
- zouden overdrukken
- zouden overdrukken
- zouden overdrukken
en verder
- is overdrukt
- zijn overdrukt
diversen
- overdruk!
- overdrukt!
- overdrukt
- overdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het overdrukken (herdrukken)
Translation Matrix for overdrukken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
réimpression | herdrukken; overdrukken | bewerking; herdruk |
réédition | herdrukken; overdrukken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
imprimer | bedrukken; opdrukken; overdrukken | boekdrukken; prenten; printen |
surimprimer | overdrukken | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
surimpression | overdrukken |
Related Words for "overdrukken":
overdruk:
-
de overdruk
Translation Matrix for overdruk:
Noun | Related Translations | Other Translations |
tirage à part | overdruk | belettering; opdruk |
tiré à part | overdruk |