Summary
Dutch
Detailed Translations for overvaller from Dutch to French
overvaller:
-
de overvaller (aanvaller)
Translation Matrix for overvaller:
Noun | Related Translations | Other Translations |
agresseur | aanvaller; overvaller | aanrander; aanvaller |
attaquant | aanvaller; overvaller | aanrander; aanvaller; spitsspeler; voorhoedespeler; voorspeler |
bandit | aanvaller; overvaller | bandiet; boef; boosdoener; booswicht; crimineel; delinquent; fielt; galgenbrok; galgentronie; misdadiger; onverlaat; rover; schobbejak; schurk; slechtaard; snaak; snoodaard; struikrover |
brigand | aanvaller; overvaller | bandiet; boef; boosdoener; booswicht; dief; fielt; ladelichter; mispunt; naarling; onverlaat; rotzak; rover; schobbejak; schoelje; schoft; schurk; slechtaard; smeerlap; smiecht; smiek; snoodaard; stinkerd; struikrover |
pillard | aanvaller; overvaller | |
voleur | aanvaller; overvaller | binnendringer; dief; geveltoerist; inbreker; ladelichter; rover; struikrover |