Dutch
Detailed Translations for proosten from Dutch to French
proosten:
-
proosten
faire tchin-tchin; trinquer-
faire tchin-tchin verbe
-
trinquer verbe (trinque, trinques, trinquons, trinquez, trinquent, trinquais, trinquait, trinquions, trinquiez, trinquaient, trinquai, trinquas, trinqua, trinquâmes, trinquâtes, trinquèrent, trinquerai, trinqueras, trinquera, trinquerons, trinquerez, trinqueront)
-
Conjugations for proosten:
o.t.t.
- proost
- proost
- proost
- proosten
- proosten
- proosten
o.v.t.
- proostte
- proostte
- proostte
- proostten
- proostten
- proostten
v.t.t.
- heb geproost
- hebt geproost
- heeft geproost
- hebben geproost
- hebben geproost
- hebben geproost
v.v.t.
- had geproost
- had geproost
- had geproost
- hadden geproost
- hadden geproost
- hadden geproost
o.t.t.t.
- zal proosten
- zult proosten
- zal proosten
- zullen proosten
- zullen proosten
- zullen proosten
o.v.t.t.
- zou proosten
- zou proosten
- zou proosten
- zouden proosten
- zouden proosten
- zouden proosten
diversen
- proost!
- proost!
- geproost
- proostend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
het proosten (aanstoten)
Translation Matrix for proosten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cognement | aanstoten; proosten | bonk; bonkend geluid |
prosit | aanstoten; proosten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
faire tchin-tchin | proosten | |
trinquer | proosten |