Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. radbraken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for radbraken from Dutch to French

radbraken:

radbraken verbe (radbraak, radbraakt, radbraakte, radbraakten, geradbraakt)

  1. radbraken
    rouer
    • rouer verbe (roue, roues, rouons, rouez, )

Conjugations for radbraken:

o.t.t.
  1. radbraak
  2. radbraakt
  3. radbraakt
  4. radbraken
  5. radbraken
  6. radbraken
o.v.t.
  1. radbraakte
  2. radbraakte
  3. radbraakte
  4. radbraakten
  5. radbraakten
  6. radbraakten
v.t.t.
  1. heb geradbraakt
  2. hebt geradbraakt
  3. heeft geradbraakt
  4. hebben geradbraakt
  5. hebben geradbraakt
  6. hebben geradbraakt
v.v.t.
  1. had geradbraakt
  2. had geradbraakt
  3. had geradbraakt
  4. hadden geradbraakt
  5. hadden geradbraakt
  6. hadden geradbraakt
o.t.t.t.
  1. zal radbraken
  2. zult radbraken
  3. zal radbraken
  4. zullen radbraken
  5. zullen radbraken
  6. zullen radbraken
o.v.t.t.
  1. zou radbraken
  2. zou radbraken
  3. zou radbraken
  4. zouden radbraken
  5. zouden radbraken
  6. zouden radbraken
en verder
  1. ben geradbraakt
  2. bent geradbraakt
  3. is geradbrraakt
  4. zijn geradbraakt
  5. zijn geradbraakt
  6. zijn geradbraakt
diversen
  1. radbraak!
  2. radbraakt!
  3. geradbraakt
  4. radbrakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for radbraken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
rouer radbraken

Wiktionary Translations for radbraken:


Cross Translation:
FromToVia
radbraken baragouiner radebrechen — eine Sprache nur recht fehlerhaft sprechen; eine Sprache nur lückenhaft bzw. unvollständig beherrschen; gebrochen sprechen