Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. rechtpraten:


Dutch

Detailed Translations for rechtpraten from Dutch to French

rechtpraten:

rechtpraten verbe

  1. rechtpraten (goedpraten)
    justifier; excuser
    • justifier verbe (justifie, justifies, justifions, justifiez, )
    • excuser verbe (excuse, excuses, excusons, excusez, )

Translation Matrix for rechtpraten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
excuser goedpraten; rechtpraten bagatelliseren; excuseren; rechtvaardigen; verantwoorden; vergeven; vergiffenis schenken; vergoelijken; verschonen; wettigen
justifier goedpraten; rechtpraten aantonen; bewijzen; rechtvaardigen; staven; uitvullen; verantwoorden; wettigen