Dutch
Detailed Translations for reepjes from Dutch to French
reepjes:
-
reepjes
Translation Matrix for reepjes:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| grosses cordes | reepjes |
Related Words for "reepjes":
reepjes form of reep:
-
de reep (reep chocolade; staaf; tablet; pastille; plak)
-
de reep (chocoladereep; chocolade)
Translation Matrix for reep:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| barre | chocolade; chocoladereep; pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet | balie; balkonhek; balustrade; baton; gelid; gerecht; gerechtshof; getuigenbank; hof; lijn; linie; rechtbank; rij; schreef; staaf; staf; stang; stok; streep; tribunaal |
| barre de chocolat | chocolade; chocoladereep; pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet | chocoladereep |
| bâton | pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet | baton; bâton; dirigeerstaf; duimstok; maatstaf; maatstok; reepje; staaf; staak; staf; stang; stok |
| bâton de chocolat | chocolade; chocoladereep; pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; tablet | |
| chocolat | chocolade; chocoladereep; reep | bonbon; chocolaatje; chocoladedrank; chocolademelk; flikje; stukje chocola |
Related Words for "reep":
Wiktionary Translations for reep:
reep
Cross Translation:
noun
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • reep | → barre | ↔ bar — cuboid piece of any commodity |
| • reep | → cercle; cerceau | ↔ hoop — circular band of metal used to bind a barrel |
| • reep | → fiche | ↔ slip — small piece of paper |
reepje:
-
het reepje
Translation Matrix for reepje:
| Noun | Related Translations | Other Translations |
| bande | reepje | accumulatie; band; band van bandrecorder; banderol; bende; clan; coterie; gelid; groep; groep jongeren; hoop; horde; kliek; koppel; lijn; linie; meute; onderonsje; paar; rij; samenscholing; slagzij; spoel; stel; stelletje; streep; strook; troep; verband; volant; zwachteling |
| bâton | reepje | baton; bâton; dirigeerstaf; duimstok; maatstaf; maatstok; pastille; plak; reep; reep chocolade; staaf; staak; staf; stang; stok; tablet |
| fragment | reepje | brokstuk; deel; diggel; fractie; fragment; gedeelte; klompje; klontertje; klontje; part; scherf; splinter; stuk; wrakstuk |
| éclat de bois | reepje | diggel; houtkrul; houtkrullen; houtspaander; scherf; spaan; splinter |