Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. regenereren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for regenereren from Dutch to French

regenereren:

regenereren verbe (regenereer, regenereert, regenereerde, regenereerden, geregenereerd)

  1. regenereren
    régénérer; refaire; recréer; transformer en
    • régénérer verbe (régénère, régénères, régénérons, régénérez, )
    • refaire verbe (refais, refait, refaisons, refaites, )
    • recréer verbe (recrée, recrées, recréons, recréez, )

Conjugations for regenereren:

o.t.t.
  1. regenereer
  2. regenereert
  3. regenereert
  4. regenereren
  5. regenereren
  6. regenereren
o.v.t.
  1. regenereerde
  2. regenereerde
  3. regenereerde
  4. regenereerden
  5. regenereerden
  6. regenereerden
v.t.t.
  1. ben geregenereerd
  2. bent geregenereerd
  3. is geregenereerd
  4. zijn geregenereerd
  5. zijn geregenereerd
  6. zijn geregenereerd
v.v.t.
  1. was geregenereerd
  2. was geregenereerd
  3. was geregenereerd
  4. waren geregenereerd
  5. waren geregenereerd
  6. waren geregenereerd
o.t.t.t.
  1. zal regenereren
  2. zult regenereren
  3. zal regenereren
  4. zullen regenereren
  5. zullen regenereren
  6. zullen regenereren
o.v.t.t.
  1. zou regenereren
  2. zou regenereren
  3. zou regenereren
  4. zouden regenereren
  5. zouden regenereren
  6. zouden regenereren
diversen
  1. regenereer!
  2. regenereert!
  3. geregenereerd
  4. regenererend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for regenereren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
recréer regenereren herscheppen
refaire regenereren de draad weer oppakken; hernemen; hernieuwen; herscheppen; hervatten; opnieuw beginnen; opnieuw doen; overdoen
régénérer regenereren beteren; bijwerken; corrigeren; goedmaken; hernieuwen; herscheppen; herstellen; hervatten; hervormen; herzien; in goede staat brengen; nieuw leven inblazen; opknappen; opnieuw beginnen; reformeren; renoveren; repareren; verbeteren
transformer en regenereren

Wiktionary Translations for regenereren:

regenereren
verb
  1. intr|nld weer aangroeien of ontstaan