Summary


Dutch

Detailed Translations for ruzie maken from Dutch to French

ruzie maken:

ruzie maken verbe (maak ruzie, maakt ruzie, maakte ruzie, maakten ruzie, ruzie gemaakt)

  1. ruzie maken (ruziën; twisten; krakelen; kiften; kijven)
    se disputer; se quereller; argumenter; se chamailler
    • se disputer verbe
    • se quereller verbe
    • argumenter verbe (argumente, argumentes, argumentons, argumentez, )

Conjugations for ruzie maken:

o.t.t.
  1. maak ruzie
  2. maakt ruzie
  3. maakt ruzie
  4. maken ruzie
  5. maken ruzie
  6. maken ruzie
o.v.t.
  1. maakte ruzie
  2. maakte ruzie
  3. maakte ruzie
  4. maakten ruzie
  5. maakten ruzie
  6. maakten ruzie
v.t.t.
  1. heb ruzie gemaakt
  2. hebt ruzie gemaakt
  3. heeft ruzie gemaakt
  4. hebben ruzie gemaakt
  5. hebben ruzie gemaakt
  6. hebben ruzie gemaakt
v.v.t.
  1. had ruzie gemaakt
  2. had ruzie gemaakt
  3. had ruzie gemaakt
  4. hadden ruzie gemaakt
  5. hadden ruzie gemaakt
  6. hadden ruzie gemaakt
o.t.t.t.
  1. zal ruzie maken
  2. zult ruzie maken
  3. zal ruzie maken
  4. zullen ruzie maken
  5. zullen ruzie maken
  6. zullen ruzie maken
o.v.t.t.
  1. zou ruzie maken
  2. zou ruzie maken
  3. zou ruzie maken
  4. zouden ruzie maken
  5. zouden ruzie maken
  6. zouden ruzie maken
diversen
  1. maak ruzie!
  2. maakt ruzie!
  3. ruzie gemaakt
  4. ruzie makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ruzie maken [znw.] nom

  1. ruzie maken
    la dispute

Translation Matrix for ruzie maken:

NounRelated TranslationsOther Translations
dispute ruzie maken aanvechten; bestrijden; betwisten; botsing; conflict; debat; dispuut; doolhof; gefoeter; gescheld; geschil; gevecht; kamp; labyrint; meningsverschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; scheldpartij; strijd; twist; twistgesprek; warboel; warnet; woordenstrijd; woordenwisseling; worsteling
VerbRelated TranslationsOther Translations
argumenter kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten argumenteren; beredeneren; betogen; beweren; debatteren; demonstreren; discussiëren; disputeren; pretenderen; redeneren; redetwisten; stellen; twisten; verklaren; voorgeven
se chamailler kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; duelleren; kampen; kibbelen; kiften; knokken; matten; vechten
se disputer kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; bekvechten; beledigen; hakketakken; ruzieën; schelden; twisten; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden
se quereller kiften; kijven; krakelen; ruzie maken; ruziën; twisten bakkeleien; beledigen; duelleren; kampen; kibbelen; kiften; knokken; matten; schelden; uitjouwen; uitmaken voor; uitschelden; vechten

Related Translations for ruzie maken