Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. schotels garneren:


Dutch

Detailed Translations for schotels garneren from Dutch to French

schotels garneren:

schotels garneren verbe

  1. schotels garneren (versieren; afwerken; garneren; opmaken; opsmukken)
    garnir; garnir des plats
    • garnir verbe (garnis, garnit, garnissons, garnissez, )

Translation Matrix for schotels garneren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
garnir afwerken; garneren; opmaken; opsmukken; schotels garneren; versieren bekleden; make-up aanbrengen; opmaken; opschikken; opsieren; opsmukken; optuigen; optutten; overtrekken; stofferen; tooien; van bekleding voorzien; verfraaien; verluchten; zich mooi maken
garnir des plats afwerken; garneren; opmaken; opsmukken; schotels garneren; versieren

Related Translations for schotels garneren