Dutch
Detailed Translations for schotten from Dutch to French
schotten:
-
de schotten (tussenschotten; afscheidingen)
Translation Matrix for schotten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cloisons | afscheidingen; schotten; tussenschotten | |
murs mitoyens | afscheidingen; schotten; tussenschotten |
Related Words for "schotten":
schot:
-
de schot (tussenschot; afscheiding; beschot; tussenmuur)
Translation Matrix for schot:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cloison | afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot | kamerwand; scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand; wand |
mur mitoyen | afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot | scheidsmuur; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenwand |
paroi | afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot | bergwand; geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; kamerwand; neiging; rotswand; wand |
séparation | afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot | afscheiding; afzondering; filtering; hek; hekwerk; isolering; scheiding; schifting; segregatie; splitten; tussenmuurtje; uiteengaan; verbreking; wondvocht |
Related Words for "schot":
Related Definitions for "schot":
Wiktionary Translations for schot:
schot
Cross Translation:
noun
-
Petit mur peu épais (1)
-
Séparations intérieures d’un navire (2)
-
Partie destinée à séparer deux cavités ou à diviser une cavité principale (4)
-
maçonnerie|fr cloison de maçonnerie qui séparer une chambre ou quelque autre pièce d’un appartement d’avec une autre.
-
-
- tir → schot; beschieting; schietpartij; geschiet; vuren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schot | → tir | ↔ shot — result of launching a projectile |
• schot | → tir | ↔ shot — launching of a ball or similar object toward a goal |