Summary
Dutch
Detailed Translations for schuim from Dutch to French
schuim:
Translation Matrix for schuim:
Noun | Related Translations | Other Translations |
mousse | schuim | bruis; iemand die stage loopt; jongmaatje; kajuitsjongen; kwekeling; leerjongen; scheepsjongen; stagiair; uitvaagsel |
écume | schuim | bruis |
Related Words for "schuim":
Wiktionary Translations for schuim:
schuim
Cross Translation:
noun
schuim
-
iets dat veel luchtbellen bevat
- schuim → mousse
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schuim | → écume; mousse | ↔ foam — foam |
• schuim | → écume; mousse | ↔ froth — foam |
• schuim | → mousse de savon | ↔ lather — foam of soap and water |
• schuim | → écume | ↔ yeast — frothy foam on sea waves |
• schuim | → écume; embrun | ↔ Gischt — allgemein: meist Singular: schäumende See |
• schuim | → mousse | ↔ Schaum — meist nur im Singular: Gasbläschen, die von flüssigen Wand eingeschlossen sind |
schuimen:
-
schuimen (schuim vormen)
écumer; mousser-
écumer verbe (écume, écumes, écumons, écumez, écument, écumais, écumait, écumions, écumiez, écumaient, écumai, écumas, écuma, écumâmes, écumâtes, écumèrent, écumerai, écumeras, écumera, écumerons, écumerez, écumeront)
-
mousser verbe (mousse, mousses, moussons, moussez, moussent, moussais, moussait, moussions, moussiez, moussaient, moussai, moussas, moussa, moussâmes, moussâtes, moussèrent, mousserai, mousseras, moussera, mousserons, mousserez, mousseront)
-
Conjugations for schuimen:
o.t.t.
- schuim
- schuimt
- schuimt
- schuimen
- schuimen
- schuimen
o.v.t.
- schuimde
- schuimde
- schuimde
- schuimden
- schuimden
- schuimden
v.t.t.
- heb geschuimd
- hebt geschuimd
- heeft geschuimd
- hebben geschuimd
- hebben geschuimd
- hebben geschuimd
v.v.t.
- had geschuimd
- had geschuimd
- had geschuimd
- hadden geschuimd
- hadden geschuimd
- hadden geschuimd
o.t.t.t.
- zal schuimen
- zult schuimen
- zal schuimen
- zullen schuimen
- zullen schuimen
- zullen schuimen
o.v.t.t.
- zou schuimen
- zou schuimen
- zou schuimen
- zouden schuimen
- zouden schuimen
- zouden schuimen
en verder
- ben geschuimd
- bent geschuimd
- is geschuimd
- zijn geschuimd
- zijn geschuimd
- zijn geschuimd
diversen
- schuim!
- schuimt!
- geschuimd
- schuimend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for schuimen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
mousser | schuim vormen; schuimen | mousseren; opbruisen; sprankelen; tintelen |
écumer | schuim vormen; schuimen | afromen; afschuimen; afspanen; briesen van woede; jutten; schuimbekken |
Related Words for "schuimen":
External Machine Translations: