Summary


Dutch

Detailed Translations for slaag from Dutch to French

slaag:

slaag [znw.] nom

  1. slaag (aframmeling; pak rammel)
    la raclée; la correction; la rossée

Translation Matrix for slaag:

NounRelated TranslationsOther Translations
correction aframmeling; pak rammel; slaag correctie; herstelling; rectificatie; verbetering
raclée aframmeling; pak rammel; slaag afranselen; afranseling; afrossen; pak slaag; rammel
rossée aframmeling; pak rammel; slaag afranselen; afranseling; afrossen; pak slaag

Related Words for "slaag":

  • slaags

Related Definitions for "slaag":

  1. klappen1
    • ik kreeg slaag als ik te laat thuiskwam1

slagen:

slagen [het ~] nom

  1. het slagen (lukken; gelukken)
    la réussite; le succès; la prospérité; la chance

slagen verbe (slaag, slaagt, slaagde, slaagden, geslaagd)

  1. slagen (succes hebben)
    réussir; parvenir; avoir du succès
    • réussir verbe (réussis, réussit, réussissons, réussissez, )
    • parvenir verbe (parviens, parvient, parvenons, parvenez, )

Conjugations for slagen:

o.t.t.
  1. slaag
  2. slaagt
  3. slaagt
  4. slagen
  5. slagen
  6. slagen
o.v.t.
  1. slaagde
  2. slaagde
  3. slaagde
  4. slaagden
  5. slaagden
  6. slaagden
v.t.t.
  1. ben geslaagd
  2. bent geslaagd
  3. is geslaagd
  4. zijn geslaagd
  5. zijn geslaagd
  6. zijn geslaagd
v.v.t.
  1. was geslaagd
  2. was geslaagd
  3. was geslaagd
  4. waren geslaagd
  5. waren geslaagd
  6. waren geslaagd
o.t.t.t.
  1. zal slagen
  2. zult slagen
  3. zal slagen
  4. zullen slagen
  5. zullen slagen
  6. zullen slagen
o.v.t.t.
  1. zou slagen
  2. zou slagen
  3. zou slagen
  4. zouden slagen
  5. zouden slagen
  6. zouden slagen
diversen
  1. slaag!
  2. slaagt!
  3. geslaagd
  4. slagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for slagen:

NounRelated TranslationsOther Translations
chance gelukken; lukken; slagen bof; buitenkansje; fortuin; fortuintje; gelegenheid; geluk; geluk hebbend; gelukje; gelukkig toeval; gelukkigheid; gelukstreffer; gelukzaligheid; heerlijkheid; het gelukkig-zijn; kans; mazzel; mazzeltje; meevaller; mogelijkheid; opsteker; toevalstreffer; tref; treffer; voordeel
prospérité gelukken; lukken; slagen heil; succes; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welstand; welvaart; welvarendheid; welzijn
réussite gelukken; lukken; slagen bestseller; hit; succes; voorspoedigheid; welslagen
succès gelukken; lukken; slagen bestseller; bestsellers; bijval; heil; hit; instemming; succes; successtukken; toppers; voorspoed; voorspoedigheid; welslagen; welzijn
VerbRelated TranslationsOther Translations
avoir du succès slagen; succes hebben
parvenir slagen; succes hebben aflopen; bedingen; bewerkstelligen; eindigen; ejaculeren; fiksen; fixen; klaarkomen; klaarspelen; lappen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voltooien; voor elkaar krijgen; voorbijgaan
réussir slagen; succes hebben aflopen; bedingen; bewerkstelligen; bloeien; fiksen; fixen; flikken; floreren; goed gaan; goed lopen; het goed maken; klaarspelen; lappen; slagen voor; tot hoogconjunctuur komen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voor elkaar krijgen; voorbijgaan

Related Words for "slagen":


Antonyms for "slagen":


Related Definitions for "slagen":

  1. goed lukken1
    • ik hoop maar dat het feest slaagt1
  2. het examen halen1
    • hij is geslaagd voor de havo1
  3. het met succes doen1
    • zij slaagde erin directeur te worden1

Wiktionary Translations for slagen:

slagen
verb
  1. joindre (deux choses) bout à bout.
  2. parvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur.
  3. Arriver à un point donné à la suite d’un déplacement. (Sens général)
  4. Avoir une bonne ou une mauvaise issue.

Cross Translation:
FromToVia
slagen envoyer nail — accomplish something completely and successfully
slagen réussir gelingen — etwas erfolgreich zu Ende bringen
slagen faire; réussir schaffen — etwas zu Ende bringen, bestehen, eine Aufgabe bewältigen

Related Translations for slaag