Summary
Dutch
Detailed Translations for spiegelen from Dutch to French
spiegelen:
-
spiegelen
Translation Matrix for spiegelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
retourner | spiegelen | dompen; draaien; iets omdraaien; kantelen; keren; kiepen; omdraaien; omkantelen; omkeren; omklappen; omleggen; omver kiepen; omvormen; omwenden; over een kant vallen; reorganiseren; restitueren; retourneren; rollen; ronddraaien; roteren; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; terugkeren; terugkomen; terugreizen; terugrijden; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; vervormen; wederkeren; weerkeren; wenden; wentelen |
Wiktionary Translations for spiegelen:
spiegelen
verb
-
renvoyer l’image, la lumière ou la couleur.
-
envoyer de nouveau.
- renvoyer → aanhouden; afdanken; afmonsteren; doorsturen; doorzenden; heruitzenden; ontslaan; ontzetten; refereren; reflecteren; retourneren; royeren; spiegelen; terugbezorgen; teruggooien; terugkaatsen; terugsturen; terugwerpen; terugwijzen; uitdrijven; uitstellen; verdagen; verdrijven; verjagen; verschuiven; verwijzen; weerkaatsen; weerspiegelen; wegdrijven; wegjagen
-
À trier
spiegelen form of spiegel:
Translation Matrix for spiegel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
glace | spiegel | bevroren water; consumptie-ijs; consumptieijsjes; ijs; ijsje; ijsjes; kapspiegel; lampenglas; roomijs; spiegelglas; toiletspiegel |
mirroir | spiegel |