Dutch
Detailed Translations for ten einde schrijven from Dutch to French
ten einde schrijven:
ten einde schrijven verbe (schrijf ten einde, schrijft ten einde, schreef ten einde, schreven ten einde, ten einde geschreven)
-
ten einde schrijven
achever; achever un texte-
achever verbe (achève, achèves, achevons, achevez, achèvent, achevais, achevait, achevions, acheviez, achevaient, achevai, achevas, acheva, achevâmes, achevâtes, achevèrent, achèverai, achèveras, achèvera, achèverons, achèverez, achèveront)
-
achever un texte verbe
-
Conjugations for ten einde schrijven:
o.t.t.
- schrijf ten einde
- schrijft ten einde
- schrijft ten einde
- schrijven ten einde
- schrijven ten einde
- schrijven ten einde
o.v.t.
- schreef ten einde
- schreef ten einde
- schreef ten einde
- schreven ten einde
- schreven ten einde
- schreven ten einde
v.t.t.
- heb ten einde geschreven
- hebt ten einde geschreven
- heeft ten einde geschreven
- hebben ten einde geschreven
- hebben ten einde geschreven
- hebben ten einde geschreven
v.v.t.
- had ten einde geschreven
- had ten einde geschreven
- had ten einde geschreven
- hadden ten einde geschreven
- hadden ten einde geschreven
- hadden ten einde geschreven
o.t.t.t.
- zal ten einde schrijven
- zult ten einde schrijven
- zal ten einde schrijven
- zullen ten einde schrijven
- zullen ten einde schrijven
- zullen ten einde schrijven
o.v.t.t.
- zou ten einde schrijven
- zou ten einde schrijven
- zou ten einde schrijven
- zouden ten einde schrijven
- zouden ten einde schrijven
- zouden ten einde schrijven
en verder
- ben ten einde geschreven
- bent ten einde geschreven
- is ten einde geschreven
- zijn ten einde geschreven
- zijn ten einde geschreven
- zijn ten einde geschreven
diversen
- schrijf ten einde!
- schrijft ten einde!
- ten einde geschreven
- ten einde schrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ten einde schrijven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
achever | ten einde schrijven | aankomen; afdoen; afkrijgen; afmaken; afronden; afslijten door erop te zitten; afsluiten; afwerken; afzitten; betalen; beëindigen; completeren; een einde maken aan; eindigen; fiksen; finishen; in orde maken; klaarkrijgen; klaarmaken; klaarspelen; klaren; laatste gedeelte afmaken; ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; ophouden; perfectioneren; regelen; stoppen; ten einde dragen; ten einde spelen; uitdragen; uitdrinken; vereffenen; vervolledigen; vervolmaken; volbrengen; voldoen; voldragen; volledig maken; volmaken; voltooien; voor elkaar krijgen |
achever un texte | ten einde schrijven |