Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. terugkerend:
  2. terugkeren:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for terugkerend:
    • récurrent


Dutch

Detailed Translations for terugkerend from Dutch to French

terugkerend:

terugkerend adj

  1. terugkerend

Translation Matrix for terugkerend:

NounRelated TranslationsOther Translations
périodique bericht; blaadje; blad; bladen; maandblad; magazine; periodiek; tijdschrift; tijdschriften; tijdspiegel; weekblad
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
périodique terugkerend periodiek

terugkerend form of terugkeren:

terugkeren verbe (keer terug, keert terug, keerde terug, keerden terug, teruggekeerd)

  1. terugkeren (terugkomen; retourneren; omkeren)
    retourner; revenir; rentrer; se retourner; faire demi-tour
    • retourner verbe (retourne, retournes, retournons, retournez, )
    • revenir verbe (reviens, revient, revenons, revenez, )
    • rentrer verbe (rentre, rentres, rentrons, rentrez, )
    • se retourner verbe
  2. terugkeren
    rétablir; restaurer; revenir à la dernière version
    • rétablir verbe (rétablis, rétablit, rétablissons, rétablissez, )
    • restaurer verbe (restaure, restaures, restaurons, restaurez, )

Conjugations for terugkeren:

o.t.t.
  1. keer terug
  2. keert terug
  3. keert terug
  4. keren terug
  5. keren terug
  6. keren terug
o.v.t.
  1. keerde terug
  2. keerde terug
  3. keerde terug
  4. keerden terug
  5. keerden terug
  6. keerden terug
v.t.t.
  1. ben teruggekeerd
  2. bent teruggekeerd
  3. is teruggekeerd
  4. zijn teruggekeerd
  5. zijn teruggekeerd
  6. zijn teruggekeerd
v.v.t.
  1. was teruggekeerd
  2. was teruggekeerd
  3. was teruggekeerd
  4. waren teruggekeerd
  5. waren teruggekeerd
  6. waren teruggekeerd
o.t.t.t.
  1. zal terugkeren
  2. zult terugkeren
  3. zal terugkeren
  4. zullen terugkeren
  5. zullen terugkeren
  6. zullen terugkeren
o.v.t.t.
  1. zou terugkeren
  2. zou terugkeren
  3. zou terugkeren
  4. zouden terugkeren
  5. zouden terugkeren
  6. zouden terugkeren
diversen
  1. keer terug!
  2. keert terug!
  3. teruggekeerd
  4. terugkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

terugkeren [znw.] nom

  1. terugkeren (rentrees)
    le retour; la rentrée

Translation Matrix for terugkeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
rentrée rentrees; terugkeren rentree; retour; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugreizen; thuiskomst; thuisreis
retour rentrees; terugkeren recidive; retour; terugkeer; terugkomst; terugreis; terugval; terugweg; thuiskomst; thuisreis
VerbRelated TranslationsOther Translations
faire demi-tour omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen rechtsomkeer maken; rechtsomkeert maken
rentrer omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenrijden; binnenstappen; binnentreden; binnenzetten; ingaan; inhalen; inrijden; keren; naar binnen halen; omkeren; teruggaan; wederkeren; weerkeren
restaurer terugkeren fiksen; goedmaken; herstellen; in goede staat brengen; innoveren; maken; opknappen; rechtzetten; renoveren; repareren; restaureren; terugdraaien; terugzetten; wederopbouwen
retourner omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen dompen; draaien; iets omdraaien; kantelen; keren; kiepen; omdraaien; omkantelen; omkeren; omklappen; omleggen; omver kiepen; omvormen; omwenden; over een kant vallen; reorganiseren; restitueren; retourneren; rollen; ronddraaien; roteren; spiegelen; terugbezorgen; terugbrengen; teruggaan; teruggeven; teruggooien; terugreizen; terugrijden; terugsturen; terugwerpen; terugzenden; vervormen; wederkeren; weerkeren; wenden; wentelen
revenir omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen keren; omkeren; spoken; ten deel vallen; teruggaan; terugreizen; terugrijden; terugspoelen; terugstromen; terugvloeien; toekomen; toekomen aan; toevallen; verdiend hebben; wederkeren; weerkeren
revenir à la dernière version terugkeren
rétablir terugkeren beteren; fiksen; genezen van ziekte; goedmaken; helen; herstellen; hervinden; in orde brengen; in orde maken; leven beteren; maken; opnieuw instellen; rechtzetten; repareren; terugvinden; vernieuwen
se retourner omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen keren; omkeren; teruggaan; zich omdraaien
- retourneren

Related Words for "terugkeren":


Wiktionary Translations for terugkeren:

terugkeren
verb
  1. gaan naar een plaats waar men eerder vandaan kwam

Cross Translation:
FromToVia
terugkeren revenir; retourner return — to come back after some period of time, or at regular intervals