Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. toekijken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toekijken from Dutch to French

toekijken:

toekijken verbe (kijk toe, kijkt toe, keek toe, keken toe, toegekeken)

  1. toekijken
    observer; veiller; surveiller; assister à; regarder; contempler
    • observer verbe (observe, observes, observons, observez, )
    • veiller verbe (veille, veilles, veillons, veillez, )
    • surveiller verbe (surveille, surveilles, surveillons, surveillez, )
    • assister à verbe
    • regarder verbe (regarde, regardes, regardons, regardez, )
    • contempler verbe (contemple, contemples, contemplons, contemplez, )

Conjugations for toekijken:

o.t.t.
  1. kijk toe
  2. kijkt toe
  3. kijkt toe
  4. kijken toe
  5. kijken toe
  6. kijken toe
o.v.t.
  1. keek toe
  2. keek toe
  3. keek toe
  4. keken toe
  5. keken toe
  6. keken toe
v.t.t.
  1. heb toegekeken
  2. hebt toegekeken
  3. heeft toegekeken
  4. hebben toegekeken
  5. hebben toegekeken
  6. hebben toegekeken
v.v.t.
  1. had toegekeken
  2. had toegekeken
  3. had toegekeken
  4. hadden toegekeken
  5. hadden toegekeken
  6. hadden toegekeken
o.t.t.t.
  1. zal toekijken
  2. zult toekijken
  3. zal toekijken
  4. zullen toekijken
  5. zullen toekijken
  6. zullen toekijken
o.v.t.t.
  1. zou toekijken
  2. zou toekijken
  3. zou toekijken
  4. zouden toekijken
  5. zouden toekijken
  6. zouden toekijken
en verder
  1. ben toegekeken
  2. bent toegekeken
  3. is toegekeken
  4. zijn toegekeken
  5. zijn toegekeken
  6. zijn toegekeken
diversen
  1. kijk toe!
  2. kijkt toe!
  3. toegekeken
  4. toekijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toekijken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
assister à toekijken aanwezig zijn; bijwonen
contempler toekijken aanschouwen; afwegen; bekijken; beschouwen; bezichtigen; bezien; doordenken; inspecteren; kijken; overdenken; overwegen; schouwen; toeschouwen
observer toekijken aankijken; aanschouwen; achten; bekijken; bemerken; bespeuren; bewaken; bezichtigen; blikken; blikken werpen; eerbiedigen; gadeslaan; gewaarworden; hoogachten; hoogschatten; horen; in de gaten houden; in het oog houden; inspecteren; kijken; merken; nakomen; observeren; onderscheiden; ontwaren; opletten; opmerken; patrouilleren; respecteren; signaleren; staren; surveilleren; te zien krijgen; toeschouwen; toezicht houden; toezien; turen; voelen; waarnemen; zien
regarder toekijken aanblikken; aangaan; aankijken; aanschouwen; aanzien; bekijken; betreffen; bezichtigen; bezien; blikken; blikken werpen; gadeslaan; in de gaten houden; in het oog houden; inkijken; inspecteren; inzien; kijken; kijken naar; onderscheiden; ontwaren; opletten; opmerken; raken; schouwen; slaan op; staren; toeschouwen; toezien; turen; zien
surveiller toekijken aankijken; achternagaan; achternalopen; behoeden; behouden; bekijken; beschermen; bewaken; bezichtigen; gadeslaan; in bescherming nemen; inspecteren; nalopen; patrouilleren; surveilleren; toeschouwen; toezicht houden; toezien; toezien op; volgen
veiller toekijken behoeden; behouden; beschermen; in bescherming nemen; opblijven; waken; wakker blijven

Wiktionary Translations for toekijken:

toekijken
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
  2. voir, observer