Summary
Dutch
Detailed Translations for toeter from Dutch to French
toeter:
-
de toeter (claxon; signaalhoorn)
-
de toeter (trompet; bazuin; piston; klaroen; blaasinstrument)
Translation Matrix for toeter:
Related Words for "toeter":
Wiktionary Translations for toeter:
toeter
Cross Translation:
noun
-
Celui qui avertir.
-
trad-trier
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toeter | → klaxon | ↔ horn — loud alarm, especially on a motor vehicle |
• toeter | → bite; paf; pine; queue; vit; zob | ↔ prick — (slang) a penis |
• toeter | → klaxon | ↔ Hupe — Gegenstand zum Erzeugen eines Warn- oder Signaltones; Signalhorn, Rufhorn |
toeter form of toeteren:
-
toeteren (claxonneren)
Conjugations for toeteren:
o.t.t.
- toeter
- toetert
- toetert
- toeteren
- toeteren
- toeteren
o.v.t.
- toeterde
- toeterde
- toeterde
- toeterden
- toeterden
- toeterden
v.t.t.
- heb getoeterd
- hebt getoeterd
- heeft getoeterd
- hebben getoeterd
- hebben getoeterd
- hebben getoeterd
v.v.t.
- had getoeterd
- had getoeterd
- had getoeterd
- hadden getoeterd
- hadden getoeterd
- hadden getoeterd
o.t.t.t.
- zal toeteren
- zult toeteren
- zal toeteren
- zullen toeteren
- zullen toeteren
- zullen toeteren
o.v.t.t.
- zou toeteren
- zou toeteren
- zou toeteren
- zouden toeteren
- zouden toeteren
- zouden toeteren
en verder
- ben getoeterd
- bent getoeterd
- is getoeterd
- zijn getoeterd
- zijn getoeterd
- zijn getoeterd
diversen
- toeter!
- toetert!
- getoeterd
- toeterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toeteren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
klaxonner | claxonneren; toeteren |