Dutch
Detailed Translations for toeven from Dutch to French
toeven:
-
toeven (verwijlen; blijven; vertoeven)
séjourner; s'arrêter-
séjourner verbe (séjourne, séjournes, séjournons, séjournez, séjournent, séjournais, séjournait, séjournions, séjourniez, séjournaient, séjournai, séjournas, séjourna, séjournâmes, séjournâtes, séjournèrent, séjournerai, séjourneras, séjournera, séjournerons, séjournerez, séjourneront)
-
s'arrêter verbe
-
Conjugations for toeven:
o.t.t.
- toef
- toeft
- toeft
- toefen
- toefen
- toefen
o.v.t.
- toefte
- toefte
- toefte
- toeften
- toeften
- toeften
v.t.t.
- heb getoefd
- hebt getoefd
- heeft getoefd
- hebben getoefd
- hebben getoefd
- hebben getoefd
v.v.t.
- had getoefd
- had getoefd
- had getoefd
- hadden getoefd
- hadden getoefd
- hadden getoefd
o.t.t.t.
- zal toeven
- zult toeven
- zal toeven
- zullen toeven
- zullen toeven
- zullen toeven
o.v.t.t.
- zou toeven
- zou toeven
- zou toeven
- zouden toeven
- zouden toeven
- zouden toeven
en verder
- ben getoefd
- bent getoefd
- is getoefd
- zijn getoefd
- zijn getoefd
- zijn getoefd
diversen
- toef!
- toeft!
- getoefd
- toevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toeven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
s'arrêter | tot stilstand komen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
s'arrêter | blijven; toeven; vertoeven; verwijlen | aflopen; blijven staan; halt houden; inhouden; stilhouden; stilstaan; stilvallen; stoppen; vergaan; verlopen; verstrijken; vervallen; voorbijgaan |
séjourner | blijven; toeven; vertoeven; verwijlen | ergens zijn; leven; logeren; resideren; verblijven; wonen; zich ophouden |