Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. tussenschot:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tussenschot from Dutch to French

tussenschot:

tussenschot [het ~] nom

  1. het tussenschot (afscheiding; beschot; tussenmuur; schot)
    la paroi; le cloison; le mur mitoyen; la séparation

Translation Matrix for tussenschot:

NounRelated TranslationsOther Translations
cloison afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot kamerwand; scheidsmuur; tussenmuur; tussenwand; wand
mur mitoyen afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot scheidsmuur; tussenmuur; tussenmuurtje; tussenwand
paroi afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot bergwand; geneigdheid; gezindheid; hang; inclinatie; kamerwand; neiging; rotswand; wand
séparation afscheiding; beschot; schot; tussenmuur; tussenschot afscheiding; afzondering; filtering; hek; hekwerk; isolering; scheiding; schifting; segregatie; splitten; tussenmuurtje; uiteengaan; verbreking; wondvocht

Related Words for "tussenschot":


Wiktionary Translations for tussenschot:

tussenschot
noun
  1. Petit mur peu épais (1)
  2. maçonnerie|fr cloison de maçonnerie qui séparer une chambre ou quelque autre pièce d’un appartement d’avec une autre.