Dutch
Detailed Translations for uithoesten from Dutch to French
uithoesten:
-
uithoesten
cracher; expectorer-
cracher verbe (crache, craches, crachons, crachez, crachent, crachais, crachait, crachions, crachiez, crachaient, crachai, crachas, cracha, crachâmes, crachâtes, crachèrent, cracherai, cracheras, crachera, cracherons, cracherez, cracheront)
-
expectorer verbe (expectore, expectores, expectorons, expectorez, expectorent, expectorais, expectorait, expectorions, expectoriez, expectoraient, expectorai, expectoras, expectora, expectorâmes, expectorâtes, expectorèrent, expectorerai, expectoreras, expectorera, expectorerons, expectorerez, expectoreront)
-
Conjugations for uithoesten:
o.t.t.
- hoest uit
- hoest uit
- hoest uit
- hoesten uit
- hoesten uit
- hoesten uit
o.v.t.
- hoestte uit
- hoestte uit
- hoestte uit
- hoestten uit
- hoestten uit
- hoestten uit
v.t.t.
- heb uitgehoest
- hebt uitgehoest
- heeft uitgehoest
- hebben uitgehoest
- hebben uitgehoest
- hebben uitgehoest
v.v.t.
- had uitgehoest
- had uitgehoest
- had uitgehoest
- hadden uitgehoest
- hadden uitgehoest
- hadden uitgehoest
o.t.t.t.
- zal uithoesten
- zult uithoesten
- zal uithoesten
- zullen uithoesten
- zullen uithoesten
- zullen uithoesten
o.v.t.t.
- zou uithoesten
- zou uithoesten
- zou uithoesten
- zouden uithoesten
- zouden uithoesten
- zouden uithoesten
en verder
- ben uitgehoest
- bent uitgehoest
- is uitgehoest
- zijn uitgehoest
- zijn uitgehoest
- zijn uitgehoest
diversen
- hoest uit!
- hoestt uit!
- uitgehoest
- uithoestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uithoesten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
cracher | uithoesten | braken; fluimen; kotsen; overgeven; reutelen; rochelen; slijm opgeven; slijmen; spugen; spuwen; uitbraken; uitspugen; uitspuwen; vomeren |
expectorer | uithoesten | slijm opgeven |