Summary
Dutch
Detailed Translations for uitknijpen from Dutch to French
uitknijpen:
-
uitknijpen (leeghalen; plunderen; uitzuigen; uitpersen)
vider; tirailler; exploiter; dévaliser-
vider verbe (vide, vides, vidons, videz, vident, vidais, vidait, vidions, vidiez, vidaient, vidai, vidas, vida, vidâmes, vidâtes, vidèrent, viderai, videras, videra, viderons, viderez, videront)
-
tirailler verbe (tiraille, tirailles, tiraillons, tiraillez, tiraillent, tiraillais, tiraillait, tiraillions, tirailliez, tiraillaient, tiraillai, tiraillas, tirailla, tiraillâmes, tiraillâtes, tiraillèrent, tiraillerai, tirailleras, tiraillera, tiraillerons, tiraillerez, tirailleront)
-
exploiter verbe (exploite, exploites, exploitons, exploitez, exploitent, exploitais, exploitait, exploitions, exploitiez, exploitaient, exploitai, exploitas, exploita, exploitâmes, exploitâtes, exploitèrent, exploiterai, exploiteras, exploitera, exploiterons, exploiterez, exploiteront)
-
dévaliser verbe (dévalise, dévalises, dévalisons, dévalisez, dévalisent, dévalisais, dévalisait, dévalisions, dévalisiez, dévalisaient, dévalisai, dévalisas, dévalisa, dévalisâmes, dévalisâtes, dévalisèrent, dévaliserai, dévaliseras, dévalisera, dévaliserons, dévaliserez, dévaliseront)
-
-
uitknijpen (leegknijpen; uitdrukken)
exprimer; pincer; presser; éteindre-
exprimer verbe (exprime, exprimes, exprimons, exprimez, expriment, exprimais, exprimait, exprimions, exprimiez, exprimaient, exprimai, exprimas, exprima, exprimâmes, exprimâtes, exprimèrent, exprimerai, exprimeras, exprimera, exprimerons, exprimerez, exprimeront)
-
pincer verbe (pince, pinces, pinçons, pincez, pincent, pinçais, pinçait, pincions, pinciez, pinçaient, pinçai, pinças, pinça, pinçâmes, pinçâtes, pincèrent, pincerai, pinceras, pincera, pincerons, pincerez, pinceront)
-
presser verbe (presse, presses, pressons, pressez, pressent, pressais, pressait, pressions, pressiez, pressaient, pressai, pressas, pressa, pressâmes, pressâtes, pressèrent, presserai, presseras, pressera, presserons, presserez, presseront)
-
éteindre verbe (éteins, éteint, éteignons, éteignez, éteignent, éteignais, éteignait, éteignions, éteigniez, éteignaient, éteignis, éteignit, éteignîmes, éteignîtes, éteignirent, éteindrai, éteindras, éteindra, éteindrons, éteindrez, éteindront)
-
Conjugations for uitknijpen:
o.t.t.
- knijp uit
- knijpt uit
- knijpt uit
- knijpen uit
- knijpen uit
- knijpen uit
o.v.t.
- kneep uit
- kneep uit
- kneep uit
- knepen uit
- knepen uit
- knepen uit
v.t.t.
- heb uitgeknepen
- hebt uitgeknepen
- heeft uitgeknepen
- hebben uitgeknepen
- hebben uitgeknepen
- hebben uitgeknepen
v.v.t.
- had uitgeknepen
- had uitgeknepen
- had uitgeknepen
- hadden uitgeknepen
- hadden uitgeknepen
- hadden uitgeknepen
o.t.t.t.
- zal uitknijpen
- zult uitknijpen
- zal uitknijpen
- zullen uitknijpen
- zullen uitknijpen
- zullen uitknijpen
o.v.t.t.
- zou uitknijpen
- zou uitknijpen
- zou uitknijpen
- zouden uitknijpen
- zouden uitknijpen
- zouden uitknijpen
en verder
- ben uitgeknepen
- bent uitgeknepen
- is uitgeknepen
- zijn uitgeknepen
- zijn uitgeknepen
- zijn uitgeknepen
diversen
- knijp uit!
- knijpt uit!
- uitgeknepen
- uitknijpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitknijpen:
Wiktionary Translations for uitknijpen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitknijpen | → exprimer | ↔ squeeze out — used other than as an idiom, to squeeze out |
External Machine Translations: