Summary
Dutch to French: more detail...
- uitverkoop:
- uitverkopen:
-
Wiktionary:
- uitverkoop → liquidation
- uitverkoop → soldes, liquidation
Dutch
Detailed Translations for uitverkoop from Dutch to French
uitverkoop:
-
de uitverkoop (opruiming; opruimingsuitverkoop)
la soldes; le soldes de fins de séries; la braderie; la liquidation totale; la soldes de liquidation; la liquidation
Translation Matrix for uitverkoop:
Wiktionary Translations for uitverkoop:
uitverkoop
Cross Translation:
noun
-
vente à bas prix
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitverkoop | → soldes; liquidation | ↔ sale — sale of goods at reduced prices |
uitverkoop form of uitverkopen:
-
uitverkopen
solder; brader; liquider-
solder verbe (solde, soldes, soldons, soldez, soldent, soldais, soldait, soldions, soldiez, soldaient, soldai, soldas, solda, soldâmes, soldâtes, soldèrent, solderai, solderas, soldera, solderons, solderez, solderont)
-
brader verbe (brade, brades, bradons, bradez, bradent, bradais, bradait, bradions, bradiez, bradaient, bradai, bradas, brada, bradâmes, bradâtes, bradèrent, braderai, braderas, bradera, braderons, braderez, braderont)
-
liquider verbe (liquide, liquides, liquidons, liquidez, liquident, liquidais, liquidait, liquidions, liquidiez, liquidaient, liquidai, liquidas, liquida, liquidâmes, liquidâtes, liquidèrent, liquiderai, liquideras, liquidera, liquiderons, liquiderez, liquideront)
-
Conjugations for uitverkopen:
o.t.t.
- verkoop uit
- verkoopt uit
- verkoopt uit
- verkopen uit
- verkopen uit
- verkopen uit
o.v.t.
- verkocht uit
- verkocht uit
- verkocht uit
- verkochten uit
- verkochten uit
- verkochten uit
v.t.t.
- heb uitverkocht
- hebt uitverkocht
- heeft uitverkocht
- hebben uitverkocht
- hebben uitverkocht
- hebben uitverkocht
v.v.t.
- had uitverkocht
- had uitverkocht
- had uitverkocht
- hadden uitverkocht
- hadden uitverkocht
- hadden uitverkocht
o.t.t.t.
- zal uitverkopen
- zult uitverkopen
- zal uitverkopen
- zullen uitverkopen
- zullen uitverkopen
- zullen uitverkopen
o.v.t.t.
- zou uitverkopen
- zou uitverkopen
- zou uitverkopen
- zouden uitverkopen
- zouden uitverkopen
- zouden uitverkopen
en verder
- ben uitverkocht
- bent uitverkocht
- is uitverkocht
- zijn uitverkocht
- zijn uitverkocht
- zijn uitverkocht
diversen
- verkoop uit!
- verkoopt uit!
- uitverkocht
- uitverkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de uitverkopen (opruimingen)
Translation Matrix for uitverkopen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
soldes | opruimingen; uitverkopen | opruiming; opruimingsuitverkoop; opruimingsuitverkopen; saldi; saldo's; seizoenopruiming; seizoensuitverkoop; uitverkoop; verkopingen |
Verb | Related Translations | Other Translations |
brader | uitverkopen | |
liquider | uitverkopen | afbreken; afmaken; bergen; breken; doden; doodmaken; doodslaan; effenen; egaliseren; koudmaken; liquideren; neerhalen; nullificeren; ombrengen; omverhalen; ondervangen; opdoeken; opheffen; opruimen; slopen; teniet doen; uit de weg ruimen; uit elkaar halen; uitroeien; van kant maken; vereffenen; verijdelen; vermoorden; vernietigen |
solder | uitverkopen | aanzuiveren; bergen; betalen; effenen; egaliseren; genoegdoen; lager maken; nabetalen; opruimen; vereffenen; verlagen; verrekenen; voldoen |