Home ->Dictionaries ->Dutch/French ->Translate veiligheid

Translate veiligheid from Dutch to French

Summary

Dutch to French: more detail...

veiligheid:
- sécurité; sauvegarde; protection
veilig:
- en sûreté; sûr
Wiktionary:
- veiligheid → sécurité
- veiligheid → sécurité
- veilig → inoffensif, sûr
- veilig → en sécurité, sauf, sans danger, sûr, à l'abri, en lieu sûr

Dutch

Detailed Translations for veiligheid from Dutch to French

veiligheid:

veiligheid [de ~ (v)] nom

de veiligheid (bescherming; beschutting)
la sécurité
- sécurité [la ~] nom
de veiligheid (beveiliging; bescherming; protectie)
la sécurité; la sauvegarde; la protection
- sécurité [la ~] nom
- sauvegarde [la ~] nom
- protection [la ~] nom

Translation Matrix for veiligheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
protection	bescherming; beveiliging; protectie; veiligheid	afdekken; afschermen; beschermen; bescherming; beschutsel; beschutting; geborgenheid; protectie; vrijwaring
sauvegarde	bescherming; beveiliging; protectie; veiligheid	afdekken; afschermen; back-up; back-upbestand; beschermen; dump
sécurité	bescherming; beschutting; beveiliging; protectie; veiligheid	beslistheid; beveiliging; geborgenheid; standvastigheid; vastberadenheid

Related Words for "veiligheid":

veiligheden, veilig

Wiktionary Translations for veiligheid:

veiligheid

noun

een situatie waarin een bepaald gevaar niets kan aanrichten
- veiligheid → sécurité

veiligheid

noun

confiance, tranquillité d’esprit qui résulter de l’opinion, bien ou mal fonder, qu’on n’a pas à craindre de danger.
- sécurité → veiligheid; zekerheid

Cross Translation:

From	To	Via
• veiligheid	→ sécurité	↔ security — condition of not being threatened

veiligheid form of veilig:

veilig adj

veilig
en sûreté; sûr
- en sûreté adj
- sûr adj

Translation Matrix for veilig:

Modifier	Related Translations	Other Translations
en sûreté	veilig	risicoloos
sûr	veilig	absoluut; bekend; beslist; doortastend; feitelijk; ferm; geheid; gewis; heus; kordaat; krachtdadig; krachtig; mondig; ongetwijfeld; onvoorwaardelijk; pertinent; reëel; stellig; ten enenmale; vast; vast en zeker; vaststaand; vertrouwd; volstrekt; voor zichzelf opkomend; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker

Related Words for "veilig":

veiligheid, veiliger, veiligere, veiligst, veiligste, veilige

Antonyms for "veilig":

gevaarlijk; onveilig

Related Definitions for "veilig":

beschermd tegen gevaar¹
- in de tuin is het veilig, op straat niet¹
zonder gevaar of risico¹
- er zit een veilige dop op de fles¹

Wiktionary Translations for veilig:

veilig

adjective

Qui n'est pas dangereux, qui ne fait pas de mal.
- inoffensif → goedaardig; ongevaarlijk; veilig; onschadelijk
dont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.
- sûr → safe; veilig; zeker; goedaardig; ongevaarlijk; behouden; geborgen; betrouwbaar; vertrouwd; bona fide; gewis; stellig; vast; vaststaand; verzekerd; wis

Cross Translation:

From	To	Via
• veilig	→ en sécurité; sauf	↔ safe — not in danger
• veilig	→ sans danger; sûr	↔ safe — free from risk
• veilig	→ sûr	↔ safe — providing protection from danger
• veilig	→ en sécurité; à l'abri; en lieu sûr	↔ safe — properly secured

Related Translations for veiligheid

¹Muiswerk Woordenboek