Dutch

Detailed Translations for venijnigheid from Dutch to French

venijnigheid:

venijnigheid [de ~ (v)] nom

  1. de venijnigheid (virulentie; giftigheid; venijn)
    la vilenie; la virulence; la perfidie; la méchanceté; la malveillance; la bassesse; la malignité; la venimosité

Translation Matrix for venijnigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
bassesse giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; gewiekstheid; gladheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; laaghartigheid; listigheid; slechtheid; sluwheid; snoodheid; verachtelijkheid
malignité giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie arglist; arglistigheid; boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; geslepenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; leepheid; linkheid; listigheid; slechtheid; sluwheid
malveillance giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boosaardigheid; gemeenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid
méchanceté giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boevenstreek; boosaardigheid; gemeenheid; gemene streek; hatelijke opmerking; hatelijkheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; lelijkheid; ondeugendheid; rotstreek; sarcasme; schurkachtigheid; schurkenstreek; slechtheid; slinksheid; stekeligheid; stoutheid
perfidie giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie arglist; arglistigheid; doortraptheid; geniepigheid; geslepenheid; gewiekstheid; gladheid; het niet-trouw-zijn; leepheid; linkheid; listigheid; onechtheid; ontrouw; perfidie; sluwheid; snoodheid; trouwbreuk; trouweloosheid; valsheid; verraderlijke eigenschap; verraderlijkheid
venimosité giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boosaardigheid; gemeenheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; slechtheid
vilenie giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boevenstreek; boosaardigheid; doortraptheid; gemeenheid; gemene streek; gewiekstheid; gladheid; kwaadaardigheid; kwaadwilligheid; laaghartigheid; listigheid; rotstreek; schurkenstreek; slechtheid; sluwheid; snoodheid
virulence giftigheid; venijn; venijnigheid; virulentie boosaardigheid; gemeenheid; giftigheid; kwaadaardigheid; kwaadheid; kwaadwilligheid; razernij; slechtheid; toorn; woede

Related Words for "venijnigheid":

  • venijnigheden, venijnigheidje, venijnig

venijnigheid form of venijnig:


Translation Matrix for venijnig:

NounRelated TranslationsOther Translations
méchant eikel; hond; klootzak; lul; schobbejak; schoelje; schoft; smeerlap; stouterd
ModifierRelated TranslationsOther Translations
avec méchanceté giftig; kwaadaardig; venijnig
avec virulence giftig; kwaadaardig; venijnig fel; grievend; hanig; krenkend; kwetsend; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
dangereuse giftig; kwaadaardig; venijnig
dangereux giftig; kwaadaardig; venijnig angstaanjagend; bedreigend; gevaarlijk; onveilig
envenimé giftig; kwaadaardig; venijnig boos; gebelgd; giftig; hatelijk; kwaad; nijdig; stekelig; verbolgen; vertoornd; vijandig
mauvais giftig; kwaadaardig; venijnig arm; donker; dubieus; duister; erg; ernstig; gemeen; glibberig; inferieur; kwaadwillig; kwalijk; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; met slechte intentie; min; minderwaardig; niet lekker; niet smakelijk; obscuur; ondermaats; ondeugdelijk; onedel; ongepast; onguur; onkies; onvertogen; slecht; snood; tweederangs; vals; van bedenkelijke aard; verdacht; verkeerd; zwak
méchant giftig; kwaadaardig; venijnig achterbaks; banaal; bar slecht; bedriegelijk; donker; doortrapt; dubieus; duister; duivelachtig; duivels; erg boosaardig; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; glibberig; gluiperig; grof; honds; kwaadaardig; kwaadwillig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; leep; listig; lomp; met slechte intentie; min; nagemaakt; obscuur; onecht; onedel; onguur; onwaar; pesterig; plat; platvloers; schunnig; serpentachtig; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; triviaal; uitgekookt; vals; verdacht; vunzig
perfide giftig; kwaadaardig; venijnig achterbaks; arglistig; bedriegelijk; doortrapt; duivelachtig; duivels; gefingeerd; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; heimelijk; in het geheim; in het geniep; kwaadaardig; kwaadwillig; leep; link; listig; met slechte intentie; min; nagemaakt; onecht; ontrouw; onwaar; op steelse wijze; overspelig; perfide; slecht; slinks; sluw; snood; steels; steelsgewijze; stiekem; tersluiks; uitgekookt; vals
venimeux giftig; kwaadaardig; venijnig hatelijk; stekelig; vergiftig; vijandig

Related Words for "venijnig":

  • venijnigheid, venijniger, venijnigere, venijnigst, venijnigste, venijnige

Wiktionary Translations for venijnig:

venijnig
adjective
  1. Qui a du venin et un moyen de l'injecter. — usage aujourd'hui, il ne se dit proprement que des animaux.
  2. médecine|fr Qualifie les maladies produire par un virus.

Cross Translation:
FromToVia
venijnig acrimonieux acrimonious — sharp and harsh