Dutch
Detailed Translations for verbaliseren from Dutch to French
verbaliseren:
-
verbaliseren (verwoorden; formuleren)
formuler; exprimer per des paroles; exprimer-
formuler verbe (formule, formules, formulons, formulez, formulent, formulais, formulait, formulions, formuliez, formulaient, formulai, formulas, formula, formulâmes, formulâtes, formulèrent, formulerai, formuleras, formulera, formulerons, formulerez, formuleront)
-
exprimer per des paroles verbe
-
exprimer verbe (exprime, exprimes, exprimons, exprimez, expriment, exprimais, exprimait, exprimions, exprimiez, exprimaient, exprimai, exprimas, exprima, exprimâmes, exprimâtes, exprimèrent, exprimerai, exprimeras, exprimera, exprimerons, exprimerez, exprimeront)
-
Conjugations for verbaliseren:
o.t.t.
- verbaliseer
- verbaliseert
- verbaliseert
- verbaliseren
- verbaliseren
- verbaliseren
o.v.t.
- verbaliseerde
- verbaliseerde
- verbaliseerde
- verbaliseerden
- verbaliseerden
- verbaliseerden
v.t.t.
- heb verbaliseerd
- hebt verbaliseerd
- heeft verbaliseerd
- hebben verbaliseerd
- hebben verbaliseerd
- hebben verbaliseerd
v.v.t.
- had verbaliseerd
- had verbaliseerd
- had verbaliseerd
- hadden verbaliseerd
- hadden verbaliseerd
- hadden verbaliseerd
o.t.t.t.
- zal verbaliseren
- zult verbaliseren
- zal verbaliseren
- zullen verbaliseren
- zullen verbaliseren
- zullen verbaliseren
o.v.t.t.
- zou verbaliseren
- zou verbaliseren
- zou verbaliseren
- zouden verbaliseren
- zouden verbaliseren
- zouden verbaliseren
diversen
- verbaliseer!
- verbaliseert!
- verbaliseerd
- verbaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verbaliseren:
Wiktionary Translations for verbaliseren:
verbaliseren
verb
-
een proces-verbaal opmaken
- verbaliseren → verbaliser