Dutch
Detailed Translations for verdacht maken from Dutch to French
verdacht maken:
verdacht maken verbe (maak verdacht, maakt verdacht, maakte verdacht, maakten verdacht, verdacht gemaakt)
-
verdacht maken (beschuldigen; verdenken; incrimineren; betichten)
soupçonner; accuser; suspecter; charger; imputer; inculper; incriminer-
soupçonner verbe (soupçonne, soupçonnes, soupçonnons, soupçonnez, soupçonnent, soupçonnais, soupçonnait, soupçonnions, soupçonniez, soupçonnaient, soupçonnai, soupçonnas, soupçonna, soupçonnâmes, soupçonnâtes, soupçonnèrent, soupçonnerai, soupçonneras, soupçonnera, soupçonnerons, soupçonnerez, soupçonneront)
-
accuser verbe (accuse, accuses, accusons, accusez, accusent, accusais, accusait, accusions, accusiez, accusaient, accusai, accusas, accusa, accusâmes, accusâtes, accusèrent, accuserai, accuseras, accusera, accuserons, accuserez, accuseront)
-
suspecter verbe (suspecte, suspectes, suspectons, suspectez, suspectent, suspectais, suspectait, suspections, suspectiez, suspectaient, suspectai, suspectas, suspecta, suspectâmes, suspectâtes, suspectèrent, suspecterai, suspecteras, suspectera, suspecterons, suspecterez, suspecteront)
-
charger verbe (charge, charges, chargeons, chargez, chargent, chargeais, chargeait, chargions, chargiez, chargeaient, chargeai, chargeas, chargea, chargeâmes, chargeâtes, chargèrent, chargerai, chargeras, chargera, chargerons, chargerez, chargeront)
-
imputer verbe (impute, imputes, imputons, imputez, imputent, imputais, imputait, imputions, imputiez, imputaient, imputai, imputas, imputa, imputâmes, imputâtes, imputèrent, imputerai, imputeras, imputera, imputerons, imputerez, imputeront)
-
inculper verbe (inculpe, inculpes, inculpons, inculpez, inculpent, inculpais, inculpait, inculpions, inculpiez, inculpaient, inculpai, inculpas, inculpa, inculpâmes, inculpâtes, inculpèrent, inculperai, inculperas, inculpera, inculperons, inculperez, inculperont)
-
incriminer verbe (incrimine, incrimines, incriminons, incriminez, incriminent, incriminais, incriminait, incriminions, incriminiez, incriminaient, incriminai, incriminas, incrimina, incriminâmes, incriminâtes, incriminèrent, incriminerai, incrimineras, incriminera, incriminerons, incriminerez, incrimineront)
-
Conjugations for verdacht maken:
o.t.t.
- maak verdacht
- maakt verdacht
- maakt verdacht
- maken verdacht
- maken verdacht
- maken verdacht
o.v.t.
- maakte verdacht
- maakte verdacht
- maakte verdacht
- maakten verdacht
- maakten verdacht
- maakten verdacht
v.t.t.
- heb verdacht gemaakt
- hebt verdacht gemaakt
- heeft verdacht gemaakt
- hebben verdacht gemaakt
- hebben verdacht gemaakt
- hebben verdacht gemaakt
v.v.t.
- had verdacht gemaakt
- had verdacht gemaakt
- had verdacht gemaakt
- hadden verdacht gemaakt
- hadden verdacht gemaakt
- hadden verdacht gemaakt
o.t.t.t.
- zal verdacht maken
- zult verdacht maken
- zal verdacht maken
- zullen verdacht maken
- zullen verdacht maken
- zullen verdacht maken
o.v.t.t.
- zou verdacht maken
- zou verdacht maken
- zou verdacht maken
- zouden verdacht maken
- zouden verdacht maken
- zouden verdacht maken
diversen
- maak verdacht!
- maakt verdacht!
- verdacht gemaakt
- verdacht makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze